Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1881 opgetrokken door Joannes Franciscus Scheepers. Van deze aannemer zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de periode van begin jaren 1860 tot begin jaren 1900.
Opdrachtgever van het pand was de voormalige wijnhandelaar Henri Jacques Krijn-Huybrechts (Antwerpen, 1830-Antwerpen, 1920), die in deze periode als ondernemer zijn overstap maakte naar de diamantbewerking. Deze had in 1879 verderop in de Jozef De Bomstraat door aannemer H. Leytens een industriële stoomdiamantslijperij laten optrekken, een fabriek van drie bouwlagen en zestien traveeën met aanhorigheden, ingeplant op het binnenblok. In 1880 volgde een geheel van drie burgerhuizen aan de straat (vroegere nummers 41-47, gesloopt) waarvan de ontwerper noch aannemer uit het bouwdossier vallen af te leiden. Na de bouw van het burgerhuis op nummer 33, investeerde Krijn-Huybrechts in 1882 nog in een geheel van drie gekoppelde woningen op de rechts aanpalende percelen nummers 35-39, eveneens uitgevoerd door Joannes Franciscus Scheepers. Van een laatste bouwproject uit 1884, een geheel van zes burger- en winkelhuizen op de links aanpalende percelen nummers 21-31, zijn ontwerper of aannemer evenmin gekend. Het burgerhuis op nummer 33 is het enige gaaf bewaarde van de oorspronkelijke reeks van dertien panden, waarvan er drie gesloopt werden. Sinds 1919 is hier een stedelijke kleuterschool gehuisvest, die achter de aanpalende woningen het perceel inneemt van de verdwenen diamantslijperij. Het terrein loopt door tot Molenstraat 24, waar zich nog een oude inkompoort bevindt.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte begane grond, rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, en verticaal geritmeerd door pilasters, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driehoekig fronton met rolwerkcartouche, en een balkon met geajoureerde borstwering, beide op consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema met registers van rechthoekige muuropeningen met trigliefsleutels, de bovenvensters in vlakke omlijsting. Panelen met lauwerkrans en guttae, lekdrempelconsoles en metopen accentueren de pui; een houten kroonlijst op tandlijst en consoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194490 (geraadpleegd op ).
Stadsschool opgericht in 1919, gelegen tussen Jozef De Bomstraat en Molenstraat. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevel van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Verhoogde en geblokte begane grond, markerende lisenen, centraal balkon en doorlopende lekdrempels. Eenvoudige gevelbeëindiging met kroonlijst op voluutconsoles. Rechthoekige vensters in geriemde of bandomlijsting met sobere sleutels onder driehoekig fronton (balkonvenster) of panelen met palmtakmotief (begane grond). Hoge rechthoekige deur in gelijkaardige omlijsting.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6968 (geraadpleegd op ).