Twee gespiegelde burgerhuizen in eclectische stijl, oorspronkelijk onderdeel van een symmetrisch geheel van vier gekoppelde woningen, voor eigen rekening gebouwd door de architect Aloïs Scheepers, naar een ontwerp uit 1880. Het linker pand (nummer 51) werd samen met het aanpalende nummer 49 in 1990 gesloopt voor een nieuwbouwflat; het aanpalende nummer 55, het rechter pand van het oorspronkelijke ensemble, is bewaard maar gedecapeerd.
Aloïs Scheepers, oprichter van het ‘Etablissement Géographique A. Scheepers’, trad in 1863 als tekenaar in dienst van de stad Antwerpen, en bekleedde vanaf 1888 het ambt van hoofdconducteur van de dienst stadswerken onder leiding van stadsingenieur Gustave Royers. Het vastgoedproject voor eigen rekening is representatief voor zijn privé-architectuurproductie uit de late jaren 1870 en de jaren 1880, die vooral bestaat uit burgerhuizen in neoclassicistische stijl of een neotradioneel geïnspireerd eclecticisme.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Oorspronkelijk vormde het gevelfront een symmetrisch geheel van vier volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen, samengesteld uit twee rijker uitgewerkte en hoger opgetrokken middenpanden (nummers 51-53), geflankeerd twee bescheidener zijpanden (nummers 49 en 55). Dit middenpanden onderscheidden zich verder door een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met overvloedig gebruik van witte natuursteen (beschilderd) voor platte banden, waterlijsten, sluitstenen, balkons en vensteromlijstingen, op een plint uit blauwe hardsteen. De flankerende panden hadden oorspronkelijk een bepleisterde en beschilderde afwerking. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebroken fronton met schelp en guirlande, en een balkon met ijzeren borstwering, beide op consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, alternerend opgebouwd uit registers van getoogde en rechthoekige muuropeningen; souterrain met schijnvoegen uitwaaierend boven de rondboogvensters. Fries en borstweringen zijn versierd met cementtegelpanelen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Van nummer 53 is het souterrain recent verbouwd tot garage, en het schrijnwerk vernieuwd.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194564 (geraadpleegd op ).
Identieke, in spiegelbeeld gebouwde, enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken, in eclectische stijl, uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Bakstenen lijstgevels op beschilderde arduinen onderbouw met imitatievoegen uitstralend boven de keldervensters. Ritmerende natuurstenen banden, kordons en doorlopende lekdrempels; fries met geometrisch motief. Centraal balkon met ijzeren leuning. Getoogde en rechthoekige vensters, middenvenster in geriemde omlijsting onder gebogen, gebroken fronton met schelpmotief en festoen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6969 (geraadpleegd op ).