Burgerhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamserenaissance-inslag, gebouwd in opdracht van juffrouw Ongania, naar een ontwerp door Louis Gife uit 1880. Het betreft de vroegst gekende privé-opdracht van de architect, die van 1881 tot 1920 in functie was provinciaal architect voor het arrondissement Antwerpen, als opvolger van zijn vader Eugène Gife. Tot begin jaren 1900 combineerde hij dit ambt met een bescheiden eigen praktijk. Tot zijn meest opmerkelijke privé-opdrachten in Antwerpen behoren het Gesticht voor Doofstomme Kinderen uit 1885/1895 in de Jonghelinckstraat, en het handelspand “Jan Breydel” uit 1899 in de Leysstraat.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een gemansardeerd zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, de puilijst, lekdrempels en het balkon, en witte natuursteen (beschilderd) voor speklagen, een waterlijst, deur- en vensteromlijstingen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebroken fronton met bolornament, een balkon met consoles en geajoureerde borstwering; een houten dakkapel met colonnetten, bouwjaar 1880 in het topstuk en een driehoekig fronton vormt de bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De vensters hebben een geriemde omlijsting, alternerend spiegelbogig of rechthoekig met oren, geaccentueerd door een hanenkam of sluitsteen. Het portaal is gevat in een entablement op pilasters, met als bovenlicht een ronde oculus omlijst door klauwstukken, een gebogen waterlijst op imposten, en en bolornament. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst, tandlijst en metopen-trigliefenfies vormt de gevelbeëindiging; zinken oeils-de-boeuf aan weerszij van het dakvenster. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedwerk van keldertralies, deurwaaiers en voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

Enkelhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl van drie traveeën en drie verdiepingen onder mansardedak, gedateerd 1880. Bakstenen lijstgevel met witbeschilderde banden en doorlopende kordons, fries met trigliefen en schijven, centraal balkon. Dakkapel omlijst met wortelmotieven onder bekronend paneel (datering) en driehoekig frontonnetje tussen oeils de boeuf. Rechthoekige vensters in beschilderde, geriemde omlijsting met oren (tweede bouwlaag) of schouderboogomlijsting met hanenkam; balkonvenster onder gebroken driehoekig fronton. Rechthoekige deur in entablement onder radvenster met gebogen waterlijst.