Teksten van Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6981

Geheel van een heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl ()

Geheel gevormd door een voornaam herenhuis (nummer 26) en een meer bescheiden burgerhuis (nummer 24) in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht van koopman P. De Herdt, naar een ontwerp door Theodoor Charlier uit 1880. Het ensemble is representatief voor het rijpe oeuvre van de architect, die in Antwerpen actief was van begin jaren 1870 vermoedelijk tot omstreeks 1905. In zijn stedelijke residentiële architectuur uit de jaren 1870 tot 1890, past hij een conventioneel neoclassicisme toe, dat zich onderscheidt door een uitbundig, aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend stucdecor.

Met een gevelbreedte van respectievelijk vier en drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevels, met een geblokte begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op het middenrisaliet, dat op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met consoles en een doorgetrokken borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema met registers van overwegend rechthoekige deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting met oren. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.

Van het herenhuis (nummer 26) zijn de vlakke geveldelen gedecapeerd, maar bleef het stucdecor integraal behouden. De opstand onderscheidt zich door een nadrukkelijker horizontale geleding met een extra waterlijst. Het middenrisaliet beslaat twee traveeën, is op de eerste verdieping geblokt, en wordt op de tweede verdieping geaccentueerd door gebroken en gebogen frontons en balkons. Als borstweringen zijn balustrades toegepast.

Van het burgerhuis (nummer 24) is het stucdecor van de bovenbouw grotendeels vervangen door een vlakke bepleistering. De opstand onderscheidt zich door getoogde bovenvensters, in het risaliet met gebogen waterlijst, en een met entrelacs geajoureerde borstwering.

De plattegrond van beide panden beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1880#469 (nummer 26) en 1880#426 (nummer 24).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194608 (geraadpleegd op ).


Huis in neo-Lodewijk XVI-stijl ()

Nummer 26. Enkelhuis in neo-Lodewijk XVI-stijl van vier traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak, uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Gedecapeerde lijstgevel met licht uitspringende middentravee gemarkeerd door natuurstenen balkons: breed balkon op zware geornamenteerde consoles op tweede verdieping en twee kleinere balkons op derde verdieping, balusters van leuningen op tweede bouwlaag doorlopend voor zijtravee; voorts borstweringen met panelen. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op bovenverdieping met oren; balkonvensters van derde verdiepingen onder gebroken, gebogen frontons. Eerste travee met rechthoekige deur in geriemde omlijsting, rijk bewerkte houten vleugeldeur.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6981 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistische burgerhuizen ()

Nummers 11 tot 15, 19, 29 tot 41, 51 tot 55, 69, 75 tot 83, 10 tot 14, 22 en 24. Neoclassicistische enkelhuizen van drie bouwlagen onder zadel- of (pseudo-)mansardedaken, uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, vaak met geblokte begane grond en centraal balkon, doorlopende lekdrempels, kordons en panelen. Meestal rechthoekige muuropeningen. Enkele huizen met recente winkelpuien.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194604 (geraadpleegd op ).