Historische hoeve ten noorden aan de Kiviethoek gelegen. Als site reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) met enkele losstaande bestanddelen op een groot rechthoekig perceel met boomgaard. Opstelling met een omwald opperhof en een niet omwald neerhof. Deze omwalling is echter niet aangeduid op het kadasterplan. Wel is op het primitief percelenplan (circa 1835) reeds het onderscheid tussen een opperhof (op apart perceel) en een neerhof duidelijk. Circa 1866 wordt het oude boerenhuis volledig afgebroken en vervangen door een nieuwe constructie haaks op de oorspronkelijke confer mutatieschets. Het huidige huisvolume, met uitzondering van de ast, gaat volledig op deze periode terug. Dit vond plaats onder Dugardein Engelbertus Josephus die in 1862 via een verdeling eigenaar was geworden. Omstreeks 1879 wordt ten noordoosten van het boerenhuis een rosmolen gebouwd confer mutatieschets. Vanaf 1931 wordt deze echter niet meer aangegeven op het kadasterplan - mogelijk omdat het zijn economische functie verloor -, het gebouw (zonder mechaniek) is echter bewaard.
Het omwald opperhof (ten westen van de nutsgebouwen) betreedt men via een ijzeren hekken tussen twee bakstenen postamenten, rechts met aanleunend halfrond hondenhok. Links bevindt zich het voormalig melkhuisje, vermoedelijk teruggaand op het begin van de 20ste eeuw (voor het eerst aangeduid op heropmetingsschets 1970). De omwalling is deels afgeboord met bakstenen. Ten dele bewaarde bakstenen stoepen. Statig boerenhuis van twee bouwlagen onder zadeldak (blauwe mechanische pannen, geschilderde houten gootlijst op klossen). Boven de poortdoorgang uitgewerkt anker met jaartal "1865" waarboven arduinen steen met inscriptie "ANCE DUGARDEIN SYLVIE DUGARDEIN 1865". Rode baksteenbouw met felrood geschilderde strekken van de getoogde muuropeningen. Aan de voorzijde is het houtwerk vervangen door kunststof, doch bewaarde luiken en poort. Groengeschilderde poort met uitgewerkte naald en bewaard hang- en sluitwerk. Rechter zijgevel: kelderluiken, kozijnconstructies in de geveltop (bewaard oorspronkelijk raam in de linker zijgevel waartegen nu de ast).
Interieur boerenwoning
Het huis wordt opgedeeld in twee stukken door de brede poortdoorgang (bewaarde bel). Deze is gekasseid en bewaart zijn oorspronkelijke kleurstelling onder meer met marmerimitatie en beschilderde deuren. In de beschilderde zoldering is een laadluik. De ruimte rechts van de gang is onderkelderd. Keldervloer van zwarte schorren, enkelvoudige balkenlaag, bewaarde kelderramen met diefijzers, haardgewelf. Kamer rechts van de gang (opkamer) met plankenvloer en eenvoudige marmeren schouw. Links van de poortdoorgang, is de ruimte van twee traveeën dwars (parallel aan de nok) in twee opgedeeld. Voorkamer met brede schouw met bewaarde bordenplank en muurkasten. Aan de achterzijde bevindt zich de keuken met gelijkaardige brede haard. Zolder: zes getelmerkte gebinten vastgezet met ijzeren bouten.
Ten zuiden is tegen het boerenhuis een ast aangebouwd (latere toevoeging). Het ten noorden aansluitende bakhuis dateert van circa 1866 confer mutatieschets. De tabaksast gaat terug op een oorspronkelijke travee (wellicht een stal) onder lessenaarsdak, doch werd na de Eerste Wereldoorlog met twee bouwlagen verhoogd (gele baksteen) onder pannen zadeldak. Onder meer bewaarde (haver)pletter en aandrijfstangen.
Bakhuis van het eenledige type onder zadeldak (mechanische pannen), bewaard houtwerk (schuiframen) en groengeschilderde luiken en deuren. Bewaard interieur: zwarte Boomse tegeltjes, troggewelven op houten balken, bewaarde oven. Rechthoekige rosmolen ten noordoosten van het huis, bewaard looppad. Stijl- en regelwerk op bakstenen voeting, bewaarde beplanking en luiken. Vernieuwde dakconstructie. De molenstenen bevinden zich nog op het erf (tegen de stal en de mestvaalt).
Ten oosten, neerhof met stal en schuur, haaks op het huis ingeplant. De inplanting van deze volumes gaat minimaal terug op 1835 confer primitief percelenplan. Ten zuiden, 19de-eeuwse roodbakstenen stal onder zadeldak (bitumen), getoogde en rechthoekige muuropeningen. Ervoor bewaarde mestvaalt.
Ten noorden van het erf, schuur onder zadeldak (bitumen), heropgebouwd circa 1923 confer privaat bewaard bouwplan (bouwmeester van Menen). Aan de rechter zijde is de schuur opengewerkt, het gebint rust op bakstenen pijlers. Brede dakoverstek op korbelen, waaronder bewaard houten duivenhok. Zijgevels met steunberen. Bij deze schuur sluiten aan de achterzijde recente loodsen aan.
Achter de stal, kleine nutsgebouwen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MISSIAEN H. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Lo-Reninge, bestaande uit deelgemeenten Lo, Noordschote, Pollinkhove en Reninge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL14, onuitgegeven wekdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kiviethoek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/70048 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.