Site met duiventoren van de voormalige Sint-Pietersabdij (voor de geschiedenis van de augustijnerabdij wordt verwezen naar de stadsinleiding van Lo).
Duiventoren van 1710, zie metselaarstekens in witte baksteen, behorend tot de abdijhoeve van de voormalige Sint-Pietersabdij. Volgens de overlevering opgericht door de monniken als geschenk voor hun pas verkozen abt Patricius Fraeys tijdens zijn reis naar Rome. Gerestaureerd in 1913 naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper). Opmeting in het kader van de "Mission Dhuicque" in 1917. Tweede restauratie in 2000.
Achthoekige duiventoren in gele baksteen van drie bouwlagen onder met leien beklede torenhelm, aanzettend op een geprofileerde bakstenen kroonlijst, voorzien van vier dakkapellen met vier rijen van drie uitvlieggaten en bekroond met windvaan. Eerste en tweede bouwlaag gekenmerkt door twee tegenover elkaar geplaatste getoogde deuropeningen voorzien van uitspringende bakstenen omlijsting met oren en ronde waterlijst. In derde bouwlaag, twee liggende ovale oculi met vooruitspringende bakstenen omlijsting en ijzeren roedeverdeling en twee dito blinde oculi. Naast reeds vermelde datum ook nog andere metselaarstekens in witte baksteen, respectievelijk hart- en andreaskruisvormig.
Benedenverdieping oorspronkelijk ingericht als varkenshok, zie lage smalle rondbogige opening onder rollaag. Bovenliggende verdieping voorzien van 1132 bakstenen nesthokjes, bereikbaar via een eikenhouten schuine ladder bevestigd aan een ronddraaiende centrale galg.
Ten oosten van de duiventoren, achterin gelegen sterk verbouwd voormalig hoevebestanddeel van de Sint-Pietersabdij, in 1917 opgemeten in het kader van de "Mission Dhuicque". E. Dhuicque noemt het gebouw een pachthoeve van de abdij van Lo. In 1917 zijn de sporen van rondbogige muuropeningen (tien traveeën) traceerbaar volgens opmetings- en reconstructietekening van Dhuicque en oude prentbriefkaart, wat doet veronderstellen dat het oorspronkelijk om een groot wagenhuis van de abdij ging. De bogen zijn in 1917 echter ingevuld en doorbroken door de stal- en huismuuropeningen, onder meer opkamertraveeën.
De bestaande toestand bij een bouwplan van 1996 (architect C. Matthys, Lo) geeft een ruïneuze toestand weer (enkel nog muren). Daarop volgt een harde renovatie met enige referentie aan het oorspronkelijke volume.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, nummer 432.
- Provinciale Bibliotheek Tolhuis, fototheek, prentbriefkaarten.
- DEBAEKE S., Terugblik: Lo, Pollinkhove, Reninge, Noordschote, Beelden die spreken, Veurne, 1992, p. 41.
- STIJNEN H., e.a., Het verwoeste gewest 15/18. Mission Dhuicque, Brugge, 1985, p. 140.