Politiecommissariaat van de 5de Wijk gebouwd door de Stad Antwerpen, naar ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1875. Het betrof de verbouwing en uitbreiding van een bestaand neoclassicistisch burgerhuis met dubbelhuisopstand uit het midden van de 19de eeuw, aangekocht op 21 april 1875, dat was ingeplant in de hoek van een L-vormig perceel, met een gebogen bijgebouw aan de straat. De werken begroot op twee maanden werden bij openbare aanbesteding op 3 september 1875 toegewezen aan de aannemer Jean Baptiste Winders, voor een bedrag van 6890 Belgische frank. Het bijgebouw kreeg een nieuwe functie als brandweerpost met remise voor de brandspuit, en het vroegere burgerhuis als kantoor en ambtswoning van de politiecommissaris.Tussen beide kwam een eenlaagse nieuwbouwvleugel, met kantoren voor agenten en adjuncten, een pomphuis en toiletten. Het commissariaat werd verbouwd naar ontwerp van stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen uit 1914. De werken betroffen de heropbouw van de voorbouw en de vleugel uit 1875 met een gevelfront in neo-Vlaamserenaissance-stijl, de herindeling van het interieur van de vroegere ambtswoning, en de bouw van een nieuwe, eenlaagse kantoorvleugel ter plaatse van de vroegere tuin. Het aanbestedingsdossier van deze verbouwing werd niet teruggevonden. De bouw ging in augustus 1915 van start en was in augustus 1916 voltooid, zodat het politiecommissariaat vermoedelijk begin 1917 opnieuw in gebruik kon worden genomen. Verlaten door de politie begin jaren 1970, richtte de vzw Centrum voor Filmcultuur hier in 1989 het Filmhuis Klappei in, een ‘arthouse’- en documentaire-bioscoop.
Het gebouw is het eerste van de negen politiecommissariaten die tussen 1875 en 1879, naar ontwerpen van Pieter Dens werden gerealiseerd. Het initiatief tot de bouw van de politiecommissariaten volgde op de nieuwe administratieve indeling van de stad Antwerpen in negen wijken in 1874. Eind 1873 was al het besluit genomen de politiecommissariaten in stadsgebouwen onder te brengen, middenin de verschillende wijken. Als eerste drie ontwierp Pieter Dens in 1875 de politiecommissariaten van de 5de Wijk in de Klappeistraat, de 1ste Wijk aan de Sint-Paulusplaats, en de 6de Wijk in de Florisstraat. In 1876 volgde het ontwerp van de politiecommissariaten van de 9de Wijk in de Pierenbergstraat (gesloopt) en van de 4de Wijk aan de Sint-Andriesplaats, in 1877 van de politiecommissariaten van de 7de Wijk in de Bordeauxstraat en van de 8ste Wijk in de Paleisstraat, en ten slotte in 1878 van het politiecommissariaat van de 3de Wijk in de Everdijstraat (gesloopt) en van het Hoofdcommissariaat van de Politie aan de Suikerrui. De politiecommissariaten uit deze periode, en met name het Hoofdcommissariaat, behoren in Antwerpen tot de vroegste uitingen van de neo-Vlaamserenaissance in de openbare architectuur.
Pieter Dens was in functie als stadsbouwmeester vanaf 1 juli 1863 tot in 1884. In Antwerpen verrezen van zijn hand onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug, het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat en een twaalftal scholen met als belangrijkste het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats en de Middelbare Meisjesschool in de Lange Leemstraat. Waar een sobere, robuuste baksteenarchitectuur, het exclusieve gebruik van rondbogen, en het verzaken aan overtollige ornamenten zijn vroege ontwerpen kenmerkten, evolueerde zijn stijl vanaf midden jaren 1870 naar een meer decoratief, door de neorenaissance beïnvloed eclecticisme.
Alexis Van Mechelen, stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, is vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal aan de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).
Met een gevelbreedte van vijf traveeën omvat het politiecommissariaat twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Het gebogen gevelfront bestaat uit een geblokte pui met plint en puilijst uit blauwe hardsteen, en een bovenbouw uit baksteen en witte natuursteen, ter imitatie van een traditioneel bak- en zandsteenparement. De rode baksteen is in kruisverband gemetseld, de witte natuursteen is gebruikt voor speklagen, kruiskozijnen en waterlijsten, de diamantkoppen, voluten, siervazen en driehoekige frontons van de gekoppelde dakvensters. Tussen beide inkomportalen wordt de pui geopend door een zeslicht met gestrekte waterlijst, waarboven een rolwerkcartouche met het opschrift “POLITIEBUREEL”. De rondboogpoort van het commissariaat in de linker en de rondboogdeur van de ambtswoning in de rechter travee, hebben een geblokte archivolt met een diamantkopsleutel op bewerkte pilasters, evenals een gebroken gebogen fronton met festoenen en schelpmotief. Het portaal van de ambtswoning onderscheidt zich door een bolkozijn als bovenlicht. De fraai bewerkte houten deuren met balusters en/of panelen en waaier zijn bewaard. De bovenverdieping wordt geopend door een register van kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken en druiplijsten. Afgewerkt met een klassiek hoofdgestel dat uit de architraaf, fries en kroonlijst bestaat, wordt de gevel monumentaal bekroond door twee gekoppelde dakvensters in de vorm van halsgevels, geïntegreerd in een attiekbalustrade. Geopend door een kruiskozijn en bekroond door een driehoekig fronton, zijn beide aan de uiteinden gevat tussen voluutvormige vleugelstukken, die een siervaas dragen. Cartouches met het opschrift "ANNO" en "1916" verwijzen naar het bouwjaar.
Volgens de bouwplannen uit 1914 beslaat het politiecommissariaat de volledige begane grond, met uitzondering van de inkom- en traphal van de ambtswoning voor de politiecommissaris in de laatste travee. Het hoofdvolume (nieuwe voorbouw en vroegere ambtswoning) herbergt gelijkvloers de inkomhal van het commissariaat, het kantoor van de dienst Bevolking, de publieke wachtzaal, de kantoren van de commissaris en zijn adjuncten. In de nieuwe L-vormige vleugel van één bouwlaag ter plaatse van de tuin, bevinden zich het kantoor van de agenten, wc’s, een magazijn en twee detentiecellen. De uitgebreide ambtswoning van de commissaris omvat een salon, eetkamer, traphal en keuken op de eerste verdieping van het hoofdvolume, zes (slaap)kamers en een badkamer op de tweede verdieping. Achteraan op beide verdiepingen van het hoofdvolume beschikt het politiecommissariaat nog over vier archiefruimten, ontsloten door een eigen trappenhuis.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Politiecommissariaat van de 5de Wijk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313433 (geraadpleegd op ).
Voormalig politiebureel van de vijfde wijk opgericht in 1875 en verbouwd in neo-Vlaamserenaissance-stijl in 1916 (zie datering gevelsteen) onder leiding van A. Van Mechelen.
Opgevat als een soort van symmetrisch uitgewerkte tweegezinswoning van vijf traveeën, twee bouwlagen en zadeldak (leien, nok parallel aan de straat) met monumentale dakkapellen. Benedenbouw met geblokt parement van natuursteen; de gekoppelde rechthoekige vensters geflankeerd door rondboogdeur- en poort in geblokte omlijsting met bovenlicht (rechts) en gebogen frontons met festoenen en schelpmotief. Cartouche met opschrift "POLITIEBUREEL" in bas-reliëf. Bovenbouw van bak- en natuursteen met kruiskozijnen. Dakkapellen in neorenaissance-omlijsting: geblokt entablement met driezijdig fronton, voluten en siervaas naast attiek met balusters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Politiecommissariaat van de 5de Wijk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7009 (geraadpleegd op ).