Reeds op de Ferrariskaart staat een langgestrekte hoeve aangeduid op deze plaats; hiervan bleven geen sporen bewaard. De oude kern van de huidige gebouwen dateert van 1820 (deurlatei woonhuis); in de Atlas van de Buurtwegen (1841-1845), wordt aangegeven om welke gebouwen het hier gaat: het woonhuis, en het haaks erop staande dienstgebouw, toen nog niet door een poortgebouw met het woonhuis verbonden. Waarschijnlijk in 1912 (jaartal op de sluitsteen van de poort van nummer 3), werd de hoeve verdeeld; het woonhuis werd in twee gedeeld: het linker gedeelte (nummer 2) ontwikkelde zijn erf aan de noordelijke zijde, met incorporatie van het oude dienstgebouw, het rechtergedeelte (nummer 3) kreeg volledig nieuwe gebouwen rondom een erf aan de oostelijke zijde, achter het woonhuis. De inrijpoort naar het erf van nummer 2 werd tussen het woonhuis en het haakse dienstgebouw gebouwd, het erf van nummer 3 is toegankelijk via een inrijpoort haaks op de achtergevel van het woonhuis, aan straatzijde.
Het woonhuis is een bakstenen dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nojk loodrecht op de straat, mechanische pannen), op een licht verhoogde begane grond. Voorgevel met recent bakstenen parement. Lijstgevel met laat-classicistische ordonnantie, voorzien van rechthoekige vensters, in een kalkstenen omlijsting met sponningbeloop op de benedenverdieping, onder houten latei op de bovenverdieping, laatstgenoemde aangepast in de drie linkertraveeën Rechthoekige deur in een vlakke kalkstenen omlijsting met hogervermeld jaartal op de latei. Zijgevels met aandaken en muurvlechtingen.
Het oude dienstgebouw van nummer 2 is thans een dwarsschuur met een gelijkaardig doch iets bescheidener volume als het woonhuis. Baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), de rechterzijgevel voorzien van aandak en muurvlechtingen.
De dienstgebouwen van nummer 3 zijn door het opschrift op de sluitsteen van de inrijpoort gedateerd: P+M/A C/1912.