De huizenrij van tien neoclassicistische burgerhuizen werd gerealiseerd rond 1885 in twee verschillende bouwprojecten. De vier eerste woningen (35-41) werden ontworpen door architect Albert Arnou voor de "Naamlooze Bouwmaatschappij van het Oosten", die voor de ontwikkeling van Zurenborg was opgericht. De zes aansluitende huizen (43-53) werden op initiatief van Graaf de Brouchoven de Bergeyck gebouwd, die mee aan de wieg stond van de in 1886 opgerichte "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", de opvolger van de Bouwmaatschappij van het Oosten. Een ontwerper van deze zes huizen is ons niet gekend; ze werden samen met het naastgelegen ensemble van drie woningen op nummer 55-59 gerealiseerd.
Dergelijke reeksbouw vormt de basis van de bebouwing op Zurenborg, bestaande uit eengezinswoningen en meergezinswoningen, met eenvoudige lijstgevels. Ook architecten die in Zurenborg gekend zijn met opvallende, eclectische ontwerpen, zoals Arnou, werkten heel vaak mee aan deze reeksbouw. De uniformiteit van dergelijke woningen en de representativiteit van dit type, bepaalt mee de erfgoedwaarde van deze reeks.
De woningen tellen allemaal drie traveeën, met ofwel twee ofwel drie bouwlagen, onder zadeldaken. Twee per twee zijn de woningen identiek. Ze volgen allemaal het vrij eenvoudige stramien van neoclassicistische lijstgevels dat gangbaar was op het einde van de 19de eeuw. Overal hardstenen plinten, houten kroonlijsten, bepleisterde gevels, rechthoekige muuropeningen, imitatievoegen op de begane grond, kordonlijsten en doorlopende muuropeningen.
Nummers 35-37, met nadruk op de centrale travee door een omlijsting van de vensteropeningen, met onder meer entablement en sluitsteen. Nummer 35 is gaaf bewaard, met onder meer schrijnwerk van de dubbele deur en de vensters met gedeelde bovenlichten; van 37 is enkel de ordonnantie bewaard.
Nummers 39-41 met gecementeerd parement, centrale balkons op consoles, versierde borstweringen op de bel-etage, entablement boven het deurvenster. Schrijnwerk deels bewaard, onder meer van de deuren.
Nummers 43-45 zijn ondanks hun veelkleurige overschildering, bij de best bewaarde van de reeks. Decoratieve elementen die de standaard neoclassicistische afwerking aanvullen zijn de fries onder de kroonlijst van rozetten en gegroefde consoles en de wortelmotieven die deze friezen afwerken.
Nummers 47-49 met als pilasters uitgewerkte muurdammen tussen de muuropeningen op de begane grond en accent op het centrale bovenvenster door de borstwering met rolwerkcartouche en het entablement, elementen die bij 47 minder gaaf zijn bewaard.
Nummers 51-53 hadden oorspronkelijk allebei een groot centraal balkon met ijzeren leuning en een verzorgd neoclassicistisch schrijnwerk dat op elke bouwlaag een ander patroon kreeg. Nummer 51 goed bewaard, terwijl op nummer 53 onder meer de begane grond werd gewijzigd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1885 # 325 (35-41).
- Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen, Antwerpen 6de afdeling sectie F, 1895/19.
- Kadasterarchief Antwerpen, Leggers, Antwerpen 6de afdeling sectie F, artikel 2095.