Voormalige barak, deed mogelijk dienst als militaire keuken van het Belgische leger in het onbezette gebied gedurende de Eerste Wereldoorlog. Laag roodbakstenen gebouw onder zadeldak (bitumen). Verbouwing (nieuwe steen) aan de gang. Voor een historische situering van de militaire keukens in het kantonnement Lo-Pollinkhove wordt verwezen naar de keuken onder Romanestraat nummer 5 en Romanestraat zonder nummer.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MISSIAEN H. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Lo-Reninge, bestaande uit deelgemeenten Lo, Noordschote, Pollinkhove en Reninge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL14, onuitgegeven wekdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. 2005: Barak, mogelijk militaire keuken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/70192 (geraadpleegd op ).
Bakstenen woning langs de Burgweg 57, aan het kruispunt met de Clamarastraat, nabij de Groene Boomgaard, op circa 1800 meter ten noorden van Pollinkhove. De omgeving is landelijk en vlak.
Militaire keuken uit 1917, die grotendeels verbouwd werd.
Het kantonnement Lo-Pollinkhove was tijdens de Eerste Wereldoorlog gelegen achter de tweede Belgische linie van de sector Nieuwkapelle. De militaire eenheden waren tijdens de loopgravenoorlog onderworpen aan een beurtrol: na een periode van wacht in de loopgraven, konden ze een periode in “halve rust” of “demi-repos” in de kantonnementen, zo'n 10 à 15 kilometer achter het front gelegen, verblijven. Tijdens deze periode waren de soldaten onderworpen aan oefeningen en werkzaamheden.
Ieder bataljon kreeg een kwartier binnen het kantonnement toegewezen, iedere compagnie een onderkwartier. De soldaten sliepen er in schuren, houten barakken en “tubes” (barakken opgetrokken met golfplaten op een bakstenen muurtje). Per compagnie of dienst werd een keuken voorzien, terwijl een hoofdkeuken instond voor de verdeling van het voedsel. Officieren, die het voorrecht genoten om alleen of per twee een kamer op een boerderij te betrekken, aten apart in een “mess”. Deze eetgelegenheid was meestal op de boerderij gevestigd, waar ook het keukenpersoneel vertoefde. Het dagelijks leven binnen een kantonnement werd tot in de kleinste details georganiseerd (huisvuilophaling, verkeersplanning, enzomeer).
Vanaf mei 1917, toen het in de Belgische sectoren relatief rustig was, het effectief van de Belgische manschappen aan het front verminderd werd en zodoende meer manschappen ter beschikking waren, werden in het kantonnement Lo-Pollinkhove heel wat installaties (waaronder barakken en keukens) in baksteen opgetrokken.
Rondom de Gapaardhoek was een “Parc Divisionnaire” gelegen, waar alle middelen, die op dat ogenblik niet gebruikt werden (zoals voertuigen, geniemateriaal, enzomeer), gestockeerd werden. Tegelijk was er een “Parc des Vivres” gelegen, waar levensmiddelen verdeeld werden. De Gapaardhoek, gelegen langs de steenweg Veurne-Ieper was ook via het spoor bereikbaar.
Hoewel 10 kilometer verwijderd van het front, was het kantonnement Lo-Pollinkhove, net als andere kantonnementen in de omgeving, niet veilig voor Duitse beschietingen en bombardementen in het najaar van 1917, die dood en vernieling zaaiden. Vanaf oktober 1918 zou het kantonnement Lo-Pollinkhove ook gebruikt worden door Franse troepen, die de Belgen als reserve achterna kwamen tijdens het Eindoffensief.
De nu nog aanwezige (restanten van) militaire keukens in baksteen aan de Gapaardhoek, waren hoofdkeukens, van waaruit het voedsel verdeeld werd over het kantonnement. Drie keukens konden nog getraceerd worden. De grootste keuken bevindt zich aan de Romanestraat nummer 5, een tweede keuken op de hoek van de Romanestraat en de Veurnesteenweg (Romanestraat zonder nummer). Een derde keuken aan de Burgweg nummer 57 werd grotendeels verbouwd.
Deze gebouwen werden heel eenvoudig opgetrokken, met kenmerken die ook in andere Belgische militaire installaties van de Eerste Wereldoorlog terug te vinden zijn. Het zijn met name geelbakstenen constructies van één steen dik, verstevigd met muurpijlers van één baksteen breed, onder lage zadeldaken (bitume).
Oorspronkelijke militaire keuken, die gedeeltelijk verbouwd werd. De oorspronkelijke karakteristieken, zoals het gebruik van gele bakstenen, halfsteens metselverband, muurpijlers van één baksteen breed, de lage zadeldaken,... zijn bijna volledig verdwenen.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Barak, mogelijk militaire keuken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195520 (geraadpleegd op ).