Op het primitief percelenplan (circa 1835) is enkel het rechter of oostelijk gedeelte van het huis aangeduid. Vermoedelijk betreft het de vier rechter traveeën die op vandaag een eenheid vertonen en gevat zijn tussen twee schoorstenen. De westelijke uitbreiding van circa 1870 (mutatieschets 1870/1) betreft een kamer aan de straatzijde en een stal aan de achterzijde, hierbij sluit een nu deels ingekorte stal onder lessenaarsdak aan. In de eerste helft van de 20ste eeuw (mutatieschets 1936/ 3) wordt ten zuidwesten nog een stal bijgebouwd onder lessenaarsdak.
Beschrijving van de boerenarbeiderswoning.
Bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok evenwijdig met de straat, licht gebogen dakoverstek), gelegen in moestuin.
Voorgevel: vier rechter traveeën met rechthoekige muuropeningen onder koud geplaatste strek (minimaal 1835); de deur onder aangepaste betonnen latei, links latere vensteropening (circa 1870) onder een eenvoudigere strek. Witgeschilderde kozijnconstructies met kruisindeling, schuiframen en roedeverdeling. Sporen van diefijzers. Beluikt (grotendeels vernieuwd) met luikduimen in het houtwerk.
Achtergevel: huisgedeelte met rechthoekige muuropeningen onder kopse laag, kozijnconstructies met links klein opkamervenstertje met diefijzers. Rechts, stalgedeelte met getoogd venstertje en deur.
De top van de rechter zijgevel is deels vernieuwd met gele baksteen in de eerste helft van de 20ste eeuw, doch bewaart een luik in houten kozijn.
Aan de achterzijde van het huis is de brede stoep van bakstenen op hun kant bewaard.
Grotendeels bewaarde interieurindeling en -afwerking. Balkenlagen van moer- en kinderbalken. De moerbalken met velling lopen door over de breedte van het huis. Linker kamer met brede schouw met sporen van tegelbezetting en bordenplank. In de linker wand van deze kamer, oude kozijndeur met bewaard hang- en sluitwerk, mogelijk oorspronkelijk buitendeur. Rechts was deze kamer (nu gang) oorspronkelijk afgezet met een wand in vits- en roedewerk, bewaard ter hoogte van de trap en opkamer achteraan. Aan het einde van de gang, rechts steektrap en toegang tot opkamer. In de rechter kamer, eenvoudige marmeren schouw.
De kap van het oudste gedeelte bestaat uit twee schaar- en nokgebinten, getelmerkt als I en II, het gedeelte van circa 1870 heeft een eenvoudige gordingenkap van muur tot muur.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, primitief percelenplan.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen nummer 207, schets nummers 1870/1 en 1936/3.