Zogenaamde Fintelesas, geheel van schutsluis en bovenliggende balansbrug met bovenbouw met parallel hieraan een keersluis met meerdere beweegbare keringen gelegen in het gehucht de Fintele ter hoogte van de samenvloeiing Lovaart en IJzer. In oorsprong teruggaand tot 1827, confer na de Tweede Wereldoorlog gerecupereerde ‘eerste steen’ in bakstenen borstwering van de balansbrug: “OP DEN 23STE JULI 1827 IS DE EERSTE STEEN GELEGD DOOR DE HOOGEDELE GESTRENGEN HEER GRAAF FERDINAND DEBAILLET, GOUVERNEUR DER PROVINCIE WEST-VLAANDEREN, KAMERHEER VAN ZIJNE MAJESTEIT DEN KONING DER NEDERLANDEN, WILLEM DEN EERSTEN. DE KOSTEN VAN DEZE SLUIS, TEN BEDRAGE VAN 53000 NEDERLANDSE GULDEN ZIJN OP DE INKOMSTEN DER PROVINCIE TOEGESTAAN”.
1827: bij de verdieping - tot 1 m diepgang - van de Lovaart in 1820 beslissen de Hollandse bewindvoerders de Lovaart ter hoogte van het gehucht de Fintele recht te trekken en de voormalige ‘overdracht’ te vervangen door een schutsluis.
1869: ten oosten van de sluis wordt een stuw met schotbalken gebouwd om de piekdebieten van de IJzer via de Lovaart te kunnen afvoeren zonder de schutsluis te belasten.
1925: schutsluis wordt vergroot en de kolk wordt voorzien van schuine baksteenwanden.
Tweede Wereldoorlog: net voor de capitulatie van 28 mei 1940 blazen de Belgische troepen om tactische redenen de schut- en keersluis op.
1943: sluizencomplex wordt opnieuw herbouwd onder leiding van de aannemers Braet (Nieuwpoort) en Vereye (Diksmuide). Balansbrug van recentere datum ter vervanging van oudere brug.
De schutsluis omvat kolk met unieke schuinstaande gele bakstenen wanden; sluishoofden in baksteen met arduinen wegblokken, zijwanden en boventanden; houten puntdeuren met door middel van tand en heugel bediende doorlaatkleppen (één per vleugel, type glijschuiven). Bediening deuren door middel van horizontale heugelstangen bediend door zwengel en reductiekast op console (buitendeuren) of door houten kaapstanders (binnendeuren). Binnen het buitenhoofd van deze schutsluis: wit geschilderde stalen ophaalbrug met bovenbouw, waarvan het brugdek op twee stalen I-profielen rust. Ten oosten van de schutsluis bevindt zich de keersluis (‘overlaat’ of ‘déversoir’): heeft regulerende werking met het oog op het behoud van een vast kanaalpeil ten aanzien van het peil van de IJzer. Dient tevens voor afwatering van de IJzer. Aan kanaalzijde open kan met schuine geelbakstenen en arduinen wanden; sluiswerk in gele baksteen en arduin (pijlers + staartopeningen), borstwering met ezelsrug; vier houten sluisdeuren (ophaaldeuren) met tand- en heugelsystemen.
AFDELING ROHM WEST-VLAANDEREN, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, nr. 668.
MORLION K. , De Fintele, waar verleden, heden en toekomst elkaar ontmoeten, 1991.
TERMOTE J. & HIMPE K., Cultuurhistorische inventarisatie watergebonden bouwkundig erfgoed, Advies inzake conservering, restauratie en eventuele reconstructie in het kader van het landinrichtingsproject ‘DE WESTHOEK’, 2001, p. 107-111.
VANMASSENHOVE L., De Geschiedenis van Pollinkhove vanaf MCM tot en met MCMLII, 1952, p. 50-53.