Aan de straat gelegen historische hoeve, bestaande uit lage losse bakstenen bestanddelen onder zadeldaken rondom een gedeeltelijk gekasseid erf. Van de historische hoevegebouwen resten echter enkel het boerenhuis en het bakhuis.
Historiek
De hoeve is als site met halfgesloten opstelling rondom een vierkant erf reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) en op het primitief percelenplan (circa 1835). Op de Ferrariskaart is het boerenhuis als dusdanig herkenbaar. Op het primitief percelenplan komt volgende constellatie voor: ten noorden boerenhuis, waarbij ten westen een smalle haakse stal (?) aansluit, ten oosten een vrijstaande haakse schuur (als volume met twee schuurpoorten nog aanwezig, doch totaal verbouwd, onder meer verlaagd dak). Ten zuiden, stal of schuur die circa 1928 verdwijnt (confer mutatieschets). Op het primitief percelenplan is ten noordoosten van het boerenhuis een waterpartij aangeduid, mogelijk is het een restant van een (8-vormige) omwalling. Op de Ferrariskaart is een omwalde hoevesite aangeduid ten noordoosten van de hier besproken hoeve. De actuele structuur van deze omwalling is echter slecht afleesbaar. Enkel archeologisch onderzoek zou hier duidelijkheid kunnen brengen. Het actuele kadasterplan geeft ten onrechte nog een gedeelte van de stalling aan die ten westen bij het huis aansluit. Een uitbreiding aan de achterzijde van het huis vindt in 1906 plaats confer mutatieschets.
Beschrijving
Imposant, vrijstaand boerenhuis ten noorden van het erf, in kern teruggaand tot 1744 confer muurankers in de linker zijgevel. Het huis is haaks op de straat georiënteerd en wordt gemarkeerd door een steile dakhelling. De zadeldaken zijn gedekt met golfplaten ter vervanging van de oorspronkelijke strooien bedaking.
Erfgevel van drie opkamertraveeën onder licht hogere nok + twee traveeën. Vrij hoge gevel confer opkamer en venstertje in halve verdieping. Rechts sluit een lager huisgedeelte aan van 1788 confer inscriptie in een moerbalk. In dit volume met vernieuwde erfgevel, bevindt zich de toegang tot het huis. Het bakhuis dat hierbij aanleunde, werd afgebroken.
Gele verankerde baksteenbouw, rechthoekige muuropeningen onder strek. De opkamer is gemarkeerd door een korte steunbeer rechts en drie dichtgemetselde getoogde muuropeningen. Bewaarde kozijnconstructies, bol- en kloosterkozijnen met schuiframen (één raam vernieuwd), bewaarde groen- en witgeschilderde luiken (luikduimen in de kozijnconstructie). De muurplaat (gedeelte rechts van de opkamer) vertoont sporen van stijlen en een nummering in Romeinse cijfers van I tot XIII, wat ofwel wijst op een verstening in de eerste helft van de 19de eeuw, ofwel op het gebruik van recuperatiemateriaal. Dit kan mogelijk ook het geval zijn voor de achtergevel die boven kelderhoogte opgetrokken is uit een rodere baksteen en met getoogde muuropeningen met een venstertype uit de tweede helft van de 19de eeuw (geen kozijnconstructies), bewaarde kelderkozijnen (bolkozijnen) met fijne ijzeren diefijzers. Het linker gedeelte waartegen een bijbouw onder lessenaarsdak vertoont binnenin sporen van stijl- en regelwerk met vlechtingen en leemvullingen.
De imposante linker zijgevel met muurankers "1744" was wellicht oorspronkelijk afgewerkt met een aandak. Twee dichtgemetselde korfbogige kelderramen, erboven dichtgemetseld korfbogig raam (opkamer). en op het zolderniveau Het houten kruiskozijn met beluikte benedenvakken, verdiept in een korfboognis is wellicht representatief voor het elders verwijderde houtwerk.
Interieur van het huis
Lager huisgedeelte rechts, deze ruimte is overzolderd met een beschilderde moerbalk en kinderbalken. De moerbalk heeft een mooi uitgewerkte, geprofileerde balksleutel met jaartal "1788" waaronder ster. Het eigenlijke huis is overzolderd met een roodgeschilderde moerbalk en kinderbalken. De moerbalk is aan de erfzijde uitgewerkt met een uitgewerkte, geprofileerde balksleutel. In deze kamer oorspronkelijk een brede schouw waarin een recentere invulling met kleine schouw en muurkasten. Deze kamer is overlangs ingedeeld confer achteraan kleine kamertjes. In deze kleine kamertjes is de oorspronkelijke buitenmuur als vakwerkconstructie bewaard: stijl- en regelwerk met massieve stijl ter hoogte van de moerbalk, bewaarde vlechtingen met leemvulling, bepleistering inclusief de stijlen.
Imposante en ruime kelder, overzolderd door moer- en kinderbalken, massief haardgewelf. Oorspronkelijk acht kelderramen.
Bewaarde kapconstructie met samengestelde spanten van schaar- en nokgebinten, getelmerkt en met pen- en gatverbindingen.
Ten noorden achter het boerenhuis, in weide gelegen bakhuis van het éénledige type uit 1901, confer mutatieschets. Rode baksteenbouw, getoogde muuropeningen onder rodere strek, zadeldak gedekt met rode Vlaamse pannen. Deels bewaarde schouw.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen nummer 207, schets nummers 1879/32, 1901/8, 1906/18 en 1928/96.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, primitief percelenplan.