Achterin gelegen hoevetje ontwikkeld vanuit een boerenarbeidershuisje ten noorden van het erf. Als site reeds voorkomend op de Ferrariskaart (1770-1778). Het boerenarbeidershuisje is alsdusdanig reeds aangeduid op het primitief percelenplan (circa 1835). In 1877 "reconstruction partielle", gepaard met een uitbreiding - kleine stalling - aan beide zijden in het verlengde van het woongedeelte.

Laag roodbakstenen volume van vier traveeën onder zadeldak (nok parallel aan de straat). Golfplaten ter vervanging van de oorspronkelijke strobedekking cf. de twee rijen Vlaamse pannen onderaan. Bewaarde kozijnconstructies met kleine roedeverdeling en luiken.

Interieur. Bewaarde balkenzoldering met moerbalken afgewerkt met een velling en stroken deuren. Achter het boerenhuis, roodbakstenen nutsgebouw van 1928 en drinkpoel omgeven door knotwilgen.

Rechts van de erfoprit, verbouwde stalling uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met aanpalend recentere loods (1949).