Voormalige mechanische maalderij met markerende schoorsteen, grotendeels heropgebouwd in de jaren 1920. De maalderij vormt een eenheid met het samenstel van burgerhuizen aan de Dorpplaats nummers 2-3 op de hoek met de Zwartestraat (nummer 3 voorheen "Herberg St-Hubert").
Geschiedenis van de site
Circa 1835 zijn op het primitief percelenplan op de hoek van de huidige Zwartestraat (straat van Oost-Vleteren naar Reninge) en de Dorpplaats ('place publique') reeds een 'huis' (perceel 137) en 'plaats en gebouwen' (perceel 138) aangeduid. De gebouwen zijn eigendom van 'Delanoeye Ludovicus, brouwer Reninge'. Dat de gebouwen als brouwerij dienst deden, lijkt eerder onwaarschijnlijk, vermits Delanoeye ergens anders een brouwerij bezat.
In de loop der jaren ondergaan de gebouwen een aantal verbouwingen. De eigenlijke ontwikkeling naar een 'industriële site' vangt pas echt aan in 1882 onder 'Delanoeye Engel de kinders, brouwer Reninge': het langgerekte gebouw langs de straat (perceel 137 C) wordt gedeeltelijk gesloopt ('démolition partielle') waardoor achteraan op het perceel plaats vrijkomt om een 'nouvelle construction, placement d'un machine à vapeur' te bouwen. Een 'koornstoommolen' wordt achteraan op het perceel (aangeduid met het nieuwe perceelnummer 138 D) opgericht. Tegelijk met de koornstoommolen wordt een schoorsteen (aangeduid op de mutatieschets als een cirkelvormige structuur) opgericht. Nog geen tien jaar nadien, in 1891 wordt de 'koornstoommolen' in volume uitgebreid (zie kadastrale legger en oude toestand van de mutatieschets van 1921).
In 1910 wordt de koornstoommolen verkocht aan 'Vandevelde-Verfaillie Jules en kinders, molenaar Reninge', die in 1911 een aantal werken aan de koornstoommolen laat uitvoeren, in het kadaster aangeduid als 'augmentation de la force motrice'.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de volledige site vernield. De stapsgewijze vernieling van de gebouwen wordt geïllustreerd door foto's bij R. Lampaert: de eerste beschadigingen vinden reeds plaats in 1915, in het voorjaar van 1916 is de schouw van de maalderij reeds gehalveerd. Na de oorlog geeft het kadaster 'puinen' aan. In 1921 wordt de maalderij door 'Vandevelde-Verfaillie Jules en kinders' volledig heropgebouwd. De percelen op de hoek van de Dorpplaats en de Zwartestraat (137 E en 138 G) worden opnieuw huizen, maar met een gewijzigde configuratie. De industriële bouwvolumes worden volledig naar analogie van de vooroorlogse toestand heropgebouwd. Het volume 138 H werd in het kadaster aangeduid als 'stoommaalderij en bloemmolen' en het volume 138 I als 'magazijn'. Volgens de huidige eigenaar wordt circa 1922 een stoommachine aangekocht van een melkerij in Oost-Vleteren. In 1930 verkoopt 'Vandevelde -Verfaillie Jules' het huis op de hoek en de industriële gebouwen aan 'Verhille-Vanlerberghe René Achille, handelaar Reninge'. Het aanpalende huis (138 K) blijft eigendom van Vandevelde en wordt van de site afgescheiden (Dorpplaats nummer 2). In 1957 geeft het kadaster (staat 223) de functie van de diverse industriële onderdelen aan: 138 H is een 'mouterij met motor', 138 I doet dienst als 'magazijn'.
Beschrijving van de maalderij
De maalderij aan de Zwartestraat werd naar vooroorlogs model heropgebouwd in de jaren 1920. Als bouwmaterialen werden donkerrode baksteen - dit in tegenstelling tot het gebruik van gele baksteen bij de wederopbouw van de religieuze en openbare gebouwen - en rode mechanische pannen aangewend. Gebouw bestaande uit twee vleugels op L-vormige plattegrond: een vleugel als diephuisvolume onder mansardedak haaks op de Zwartestraat ingeplant en een vleugel onder zadeldak evenwijdig met de Zwartestraat.
Het volume haaks op de Zwartestraat omvatte oorspronkelijk de stoommachine. Deze machine werd een paar jaar geleden verkocht aan een museum. De vroegere functie van deze vleugel - plaats voor de stoommachine en de maalderij - wordt gemarkeerd door de geringde bakstenen schoorsteen. De straatgevel wordt gemarkeerd door de overkragende afboording van het mansardedak (de afboording van de eigenlijke mansarde werd vermoedelijk verwijderd bij de verhoging van de aansluitende vleugel). Getoogde muuropeningen: centrale poort en laadvenster, geflankeerd door vensters met grote roedeverdeling, getralied op de begane grond. In het gevelveld, bewaard katrolsysteem onder afdakje.
Hierop sluit links een vleugel aan (in het kadaster deels aangeduid als nutsgebouw) van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. De rechter travee werd met circa 1 meter opgetrokken. De linker traveeën werden met een volle bouwlaag opgetrokken (precieze datering onbekend, vermoedelijk ingreep van de jaren 1930-1940). De muuropeningen en het houtwerk van de rechter traveeën zijn opgevat zoals die van de haakse vleugel. Voorts rechthoekige muuropeningen en schuifpoort. Bewaarde maalderij met onder meer twee maalstenen en galg.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, primitief percelenplan, Sectie D, 1e blad en kadastrale legger 212, artikel 138, 854 en 1419.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen 207, schets 1882/2, 1921/21, 1930/7, 1957/16, telkens in combinatie met staat 223.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, kadastrale legger 212, artikel 1419.
- LAMPAERT R., Reninge onder vuur, Koksijde, 2002, p. 7, 52, 69-72, 148, 150.