Onderkelderd breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, volgens de huidige eigenaars gebouwd als dokterswoning in het midden van de negentiende eeuw, bij het kadaster ingetekend in 1841.

Gedecapeerde, bakstenen lijstgevel, gemarkeerd door verzonken muurankers en het gebruik van zandsteen voor de plint, hoekblokken, muurbanden en steigergaten. Rechthoekige muuropeningen, beluikt op de begane grond, met arduinen latei en gedeeltelijk doorgetrokken lekdrempels; gietijzeren hekjes. De deur met glas in lood in het bovenlicht zit gevat in een vlakke, arduinen omlijsting. Aflijnende houten kroonlijst op tandlijst en klossen. Bepleisterde en beschilderde achtergevel met eenvoudige rechthoekige vensters op arduinen lekdrempels, dito deur.

Interieur. Intacte neoclassicistische hal met gemarmerde wanden, Ionische pilasters en paneeldecoratie, supraporta's met rankwerk en centraal medaillon, geflankeerd door voluten, tuindeur voorzien van geëtst glas met esculaapteken; woonruimten rechts van de gang met bewaarde marmeren schouwen, deuren en omlopend stuclijstwerk; werkruimte links van de gang met eenvoudige witmarmeren schouw. De keuken heeft een mozaïekvloer en de wanden zijn deels bezet met geglazuurde tegeltjes, afgezet met een kleurige boord met waterlelies. Gedeeltelijk gewelfde kelder, gedeeltelijk geplafonneerd en voorzien van een cementtegelvloer. Bewaard gebint.