Stadswoning ()

Recent gerenoveerd breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, voorheen één geheel met nummer 52, volgens de mutatieschetsen van het kadaster in twee gesplitst in 1842.

Voorheen bepleisterde lijstgevel, heden gedecapeerd en gemarkeerd door een zandstenen parement op de benedenverdieping, zandstenen hoekblokken, ankers en steigergaten, elementen die verwijzen naar een traditionele kern. De bakstenen bovenverdieping is mogelijk een toevoeging van 1816, jaartal dat vermeld wordt op de centrale gevelsteen. Een tweede gevelsteen vermeldt het jaar 1934 en de naam Arthur Corbeel en kan verwijzen naar toenmalige aanpassingswerken als het decaperen van de bepleistering.

De zandstenen onderbouw vertoont sporen van een gedichte keldertoegang en -venstertje. De rechthoekige vensters hebben arduinen lateien en onderdorpels, op de bovenverdieping doorgetrokken met zandsteen, en vernieuwd schrijnwerk. De benedenvensters links vertonen deels bewaarde rechtstanden van voormalige kruiskozijnen. De rechthoekige poort onder houten latei geeft toegang tot een doorgang geplaveid met baksteentjes, afwisselend zwart en rood in geometrische motieven. Aflijnende houten kroonlijst op klossen.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Vilvoorde 1842/10.

Bron: KENNES H. met medewerking van STEYAERT R. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Vilvoorde, Deelgemeenten Vilvoorde en Peutie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2005: Stadswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/70438 (geraadpleegd op ).


Stadswoning ()

Heden twee verdiepingen hoog woonhuis met zadeldak (pannen); de constructie klimt wellicht op tot de 17de of 18de eeuw, doch de gevel werd een eerste maal aangepast en verhoogd in 1816 (jaartal op de bovenverdieping) en een tweede maal, onder meer het decaperen van de bepleistering, in 1934 (jaartal en A. Corbeel boven de garagepoort).

Interieur: rest van de oudste toestand: de zandstenen onderbouw met bewaarde sporen van een kelderdeur en -venster, namelijk de lateien en ontlastingsbogen van natuursteen; sommige posten van voormalige kruisvensters, heden met nieuwe dorpels en lateien. Op de bovenverdieping, met baksteen omlijste rechthoekige vensters.

Nummer 52, eertijds deel uitmakend van dezelfde constructie, bewaart de gevelbepleistering en de stucomlijstingen der bovenvensters; verbouwde begane grond.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Stadswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40771 (geraadpleegd op ).