Gegroepeerde rijhuizen met neorenaissancistische reminiscenties, uit het begin van de twintigste eeuw, alle op het kadaster ingetekend in 1910, op voorheen onbebouwde percelen.

Onderkelderde enkelhuizen van twee à drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Kleurrijk ensemble van lijstgevels op arduinen onderbouw, met deels natuurstenen parement, deels van baksteen in wisselende tinten. Gevarieerde muuropeningen. Typisch voor de neorenaissance zijn de bekledingen van de begane grond in nummer 4 en nummer 8, de geblokte begane grond van nummer 10, gedeeltelijk doorlopend op de eerste verdieping, het tuitgevelrisaliet in nummer 8, het veelvuldige gebruik van diamantkopstenen en de deuromlijstingen in nummer 6 en nummer 8. De nummers 4 en 8 hebben art-nouveaugetinte, houten erkers, de nummers 6 en 10 deurvensters en balkons.