Teksten van Onze-Lieve-Vrouwegasthuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/70543

Onze-Lieve-Vrouwegasthuis ()

Voormalig Onze-Lieve-Vrouwegasthuis, waarvan de stichting opklimt tot de dertiende eeuw, toen de Teutoonse Ridderorde hier enkele gebouwen liet oprichten voor reizigers en bedevaarders en voor de verzorging van de zieke armen van de stad; de oudste vermelding van dit gasthuis dateert van 11 april 1236; vanaf 1257 werden de zorgen voor dit gasthuis toevertrouwd aan de gasthuiszusters, die omwille van de godsdiensttroebelen Vilvoorde verlieten en lange tijd in Keulen verbleven. Ondertussen nam het stadsbestuur het beheer van de gasthuisgoederen waar; bij hun terugkeer hadden de zusters onenigheid met de stad omwille van verduistering en verkwisting van een aanzienlijk deel van het gasthuispatrimonium; doch door meerdere giften slaagden de zusters erin overeind te blijven en hun liefdadigheidswerken voor te zetten.

Van het voormalige complex, dat in de loop der eeuwen uitgroeide tot een uitgestrekt geheel en voor een groot deel werd herbouwd in de negentiende eeuw, resten enkel de barokke kapel, waarvan het altaar werd ingewijd in 1692, en het negentiende-eeuwse moederhuis en ouderlingenhuis. De tot de zestiende eeuw opklimmende gasthuishoeve werd gesloopt in het laatste kwart van de twintigste eeuw om vanaf 1983 plaats te maken voor rusthuis "Ter Linde" met bijhorende serviceflats, kaderend in de hedendaagse verzorgingsinfrastructuur. De laatste gasthuiszusters hebben Vilvoorde verlaten in 1966.

Kapel

Barokke kapel van het voormalige Onze-Lieve-Vrouwegasthuis. Het juiste bouwjaar van de grosso modo georiënteerde kapel bleef tot op heden onbekend; het altaar ter ere van Sint-Elisabeth en Sint-Augustinus werd ingewijd in 1692. In de periode 1876-1877 werd de kapel "gerestaureerd", doch wat deze werken juist omvatten wordt nergens vermeld.

In de straatwand opgenomen constructie van negen traveeën en één bouwlaag onder geknikt, kunstleien zadeldak met de nok parallel aan de straat en een zeszijdige klokkentoren. De noordwestelijke lijstgevel aan de straat vertoont een afgeschuinde plint en een zandstenen parement, deels imitatie, met bovenaan een strook baksteen, mogelijk als resultaat van de restauratie in 1876-1877, zie ook de latere ankers en houten kroonlijst. Hooggeplaatste rondboogvensters onder druiplijst; in het rechtergedeelte zandstenen negblokken, in het linkergedeelte gecementeerde imitatieblokken. Uitgewerkte deurtravee met schouderboogdeur in geringde zandstenen omlijsting met oren en sluitsteen onder gebroken, gebogen fronton met in het veld een medaillon met Mariamonogram en bekronende siervaas. Hogerop rondboognis met recent Onze-Lieve-Vrouwebeeld.

De bepleisterde binnenruimte is voorzien van trekijzers en in twee gedeeld, het westelijke deel oorspronkelijk bestemd voor de zieken, het oostelijke deel voor de bezoekers; rechts van het koor is er een ruimte die oorspronkelijk was voorbehouden aan de zusters. Noordoostelijk gedeelte met bepleisterd spitstongewelf voorzien van achttiende-eeuws stuclijstwerk en gecentraliseerde, geschilderde medaillons van de vier evangelisten en engelenfiguren. Barok hoofdaltaar van gemarmerd hout; altaarstuk "Het visioen van de Heilige Antonius", een kopie naar Van Dijck. Aan weerszij van het altaar: beeldennis met respectievelijk de Heilige Elisabeth, stichteres der gasthuisnonnen en de Heilige Augustinus, wiens regel zij volgen. Voorts plaasteren heiligenbeelden en een orgel uit het begin van de twintigste eeuw van de firma Stevens uit Duffel. Bewaarde communiebank met rocaille motieven, 18de eeuw(?), preekstoel en biechtstoel, 19de eeuw(?). Het zuidwestelijke gedeelte, nu afgesloten en in gebruik als vergaderruimte, is geplafonneerd doch eveneens voorzien van stuclijstwerk. Bewaard dakgebint en boven het zuidwestelijke gedeelte een octogonale lantaarn met koepelgewelf voorzien van stucwerk met jaartal 1718.

"Moederhuis"

Aansluitend bevindt zich het negentiende-eeuwse "Moederhuis", zie centraal gevelopschrift, op het kadaster ingetekend in 1895. Onderkelderde, functionele baksteenbouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder schilddak; lijstgevel gemarkeerd door imitatiebanden en zijrisalieten. Rechthoekige vensters met arduinen latei, gedeeltelijk drielichten, op arduinen lekdrempels, doorgetrokken op de begane grond. De muuropeningen in de zesde travee werden gedicht voor de in het laatste kwart van de twintigste eeuw aangebrachte passerelle. Klassieke gevelaflijning in de vorm van een geprofileerde architraaf, een fries met steigergaten en een houten kroonlijst.

"Hospices des Vieillards"

Links naast het "Moederhuis" ligt het "Hospices des Vieillards", later "Ouderlingenhuis" genoemd, zie gevelopschriften, waarvan de oprichting zou opklimmen tot 1836; de huidige constructie werd ingetekend op het kadaster in 1866. Onderkelderde, functionele baksteenbouw van negen traveeën en twee bouwlagen onder pannen schilddak; lijstgevel gemarkeerd door zandstenen plint en imitatiebanden.

Karakteristieke rondboogvensters op arduinen lekdrempels, doorgetrokken op de tweede bouwlaag; de benedenvensters zijn voorzien van doorgetrokken imposten en voluutconsooltjes ter ondersteuning van de lekdrempels. Gelijkaardige, hoge rondboogdeur met arduinen rechtstanden. Decoratief uitgewerkte fries en houten kroonlijst als aflijning. Achtergevel met gelijkaardig uitzicht, heden witgeschilderd en uitgebreid op de bovenverdieping met een overkragend gedeelte.

De interieurs van beide vleugels werden volledig aangepast.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Vilvoorde 1895/19 (moederhuis), 1866/51 (ouderlingentehuis).
  • WAUTERS A. 1972: Histoire des environs de Bruxelles, Boek 6-B, Heruitgave van de originele tekst van 1855, Brussel, 218-222.
  • Gegevens verstrekt door de heer Eric Claessens.

Bron: KENNES H. met medewerking van STEYAERT R. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Vilvoorde, Deelgemeenten Vilvoorde en Peutie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2005: Onze-Lieve-Vrouwegasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/70543 (geraadpleegd op ).


Onze-Lieve-Vrouwegasthuis ()

Voormalig Onze-Lieve-Vrouwehospitaal, heden stedelijk ziekenhuis. Stichting in het begin van de dertiende eeuw van de Teutoonse ridderorde, die er in 1238 reeds afstand van doet en het hospitaal overlaat aan de zusters augustinessen. Tijdens het laatste kwart van de 16de eeuw worden de bestaande gebouwen geplunderd en verwoest. In 1692 inwijding van het altaar van de kapel, die in 1876-1877 gerestaureerd wordt.

Heden rest nog de kapel, de voormalige hoeve uit het einde van de 16de eeuw, beide uitgevend op de Vlaanderenstraat, en, geïntegreerd in de nieuwe gebouwen uit de 19de eeuw, sporen van oudere constructies.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Onze-Lieve-Vrouwegasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40739 (geraadpleegd op ).


Kapel Onze-Lieve-Vrouwegasthuis ()

Barokke kapel uit de 17de eeuw, opgenomen in de gasthuisgebouwen langs de Vlaanderenstraat. Eén bouwlaag van zandsteen op een afgeschuinde plint; verhoging met een tiental baksteenlagen tussen de 19de en 20ste eeuw, ijzeren muurankers en de recente gootlijst. Gebogen zadeldak (kunstleien) met eenvoudige dakruiter.

Straatgevel (noorden) van drie en vier venstertraveeën met een ertussen aangebrachte deur. Hooggeplaatste rondboogvensters met negblokken onder een korte druiplijst; lekdrempels uit de negentiende eeuw. Uitgewerkte deurtravee: rechthoekige, geblokte omlijsting met oren en sluitsteen, onder een gekorniste druiplijst met onderbroken gebogen fronton; centrale spiegel met cartouche en ingegrift Mariamonogram; siervaasbekroning. Erboven, een kleine rondboognis met recenter Mariabeeld.

Aangepast interieur (19de eeuw?). Mobilair. Barok hoofdaltaar, ingewijd 1692, met schilderij van een Madonna met Kind en Heilige Geestelijke, van omtrent dezelfde tijd, (school van Van Dyck);

Meubilair uit de tweede helft van de 18de eeuw.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Onze-Lieve-Vrouwegasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40740 (geraadpleegd op ).


Hoeve bij het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis ()

De voormalige hoeve, heden in gebruik als dienstgebouwen voor het hospitaal, zou grotendeels afgebroken worden bij de bouw van het nieuwe ziekenhuis; enkel het poortgebouw zou gespaard blijven.

Poortgebouw met zadeldak (leien en pannen), uit het einde van de 16de eeuw. Gebruik van zandsteen voor de onderbouw en baksteen voor de bovenbouw. Rondbooginrijpoort van zandsteen met geprofileerde imposten (mettertijd opgehoogd straatniveau). Bakstenen bovenbouw in overstek, met twee rondbogen opgevangen door drie veelvoudig geprofileerde consoles van zandsteen met elkaar verbonden door een cordon. Zijpuntgeveltjes afgewerkt met vlechtingen, schouder- en topstuk. Vlak overzolderde poortdoorgang met een zware balk gedragen op rudimentaire kraagstenen.

Links, éénlaags gebouw onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat), opklimmend tot het einde van de 16de eeuw, doch aangepast in de 18de eeuw en later. Zandsteenbouw met een zijpuntgevel afgewerkt met bakstenen vlechtingen en een afgekante hoek met een fraai profiel van zandsteen als overgang. Eertijds vermoedelijk blinde straatgevel, heden met recente muuropeningen. Erfzijdegevel (opgehoogd vloerniveau) met recente muuropeningen doch twee tot venster aangepaste steekboogdeuren met kwartholbeloop der omlijstingen (18de eeuw).

Rechts van de poort, dienstgebouw (nok loodrecht op de straat) afgedekt met een steil hellend zadeldak (kunstleien), door verankering in de straatgevel gedagtekend 1597. Straatgevel met resterend muurpand van baksteen met speklagen van zandsteen; naden in het metselwerk, de sporen van vlechtingen en het resterend schouderstuk wijzen op de verbreding van het gebouw naar rechts en de ophoging van het straatniveau. Dakspant met nokbalk.

In het verlengde van dit gebouw, voormalige langsschuur grotendeels opgetrokken uit zandsteen en afgedekt met een steil zadeldak (pannen), daterend uit het begin van de 17de eeuw en kort nadien verbreed (zichtbaar in de dakspant). Ingrijpende aanpassingen der gevels, onder meer de recente muuropeningen, doch behouden vlechtingen, schouder- en topstukken in de zijpuntgevels met bakstenen bovenbouw; sporen van vakwerk binnenin. Sommige der gebouwen uit de 19de eeuw bewaren muurpanden van zandsteen, sporen van speklagen of resten van oude venster- of deuromlijstingen met posten van zandstenen negblokken.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Onze-Lieve-Vrouwegasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/299065 (geraadpleegd op ).