Voorheen "Hoger Rijksinstituut voor Tuinbouw", heden KTA HORTECO. Uitgestrekt domein, gevat tussen de de Bavaylei en de Leuvensesteenweg. Aan de de Bavaylei, en tegelijkertijd aan de toegangsweg naar het verder naar het oosten gelegen hoofdgebouw, ligt de conciërgewoning; de overige gebouwen, waaronder klaslokalen, loodsen, bedrijfsgebouwen en serres liggen verspreid over het terrein, met onder meer een afdeling bloementeelt, een afdeling groenteteelt en een afdeling fruitteelt en sierboomteelt. Ten zuiden van het hoofdgebouw ligt het sportcomplex van 1961.
Historiek
In december 1848 sloot Laurent de Bavay, boomkweker en eigenaar van de Pépinières Royales, een akkoord met de toenmalige minister Charles Rogier voor de oprichting van een tuinbouwschool; de officiële stichtingsakte voor de Middelbare Praktische Tuinbouwschool van de Staat, dateert van 30 april 1849; de school bestond toen uit een bescheiden lokaal aan de Leuvensesteenweg; het bijhorende terrein lag deels op Vilvoorde, deels op het gehucht Houtem en het naburige Elewijt; twaalf inwonende leerlingen, 16 of 17 jaar oud, werden in de school tewerkgesteld en kregen dagelijks twee à drie uur onderricht; ze ontvingen geen vergoeding maar de lessen en het verblijf waren gratis.
Na het overlijden van Laurent in 1853, werd deze opgevolgd door zijn zoon Xavier, officieel aangesteld in 1855; hij kocht in 1860 een terrein van drie hectaren, waarop het instituut tot op heden is gevestigd; hij liet nieuwe gebouwen optrekken en reorganiseerde de lessen; daarnaast werden ook boomgaarden en plantenverzamelingen aangelegd. In 1875 ging het persoonlijke beheer, dat op naam stond van de familie de Bavay, over in handen van de Staat; de gebouwen en de gronden zouden pas overgenomen worden in 1898. In 1890 werd de school uitgebreid met een landbouwafdeling en in 1899 werd een afdeling voor koloniale studies opgericht; in 1898 werd de tuin verfraaid naar ontwerp van L. Fuchs, die als architectuurleraar aan de school verbonden was. In 1900 werd het park, tevens arboretum, aangelegd in een landschapsstijl met een bijhorende, doch heden verdwenen, rozentuin en vijver.
Ten gevolge van de voortdurende uitbreiding werd in 1902 gestart met de bouw van nieuwe klaslokalen en in 1916 werd een houten, inmiddels verdwenen, “warenhuis” opgetrokken, het eerste in België. In de loop van de twintigste eeuw werden ook de terreinen meermaals uitgebreid en op het einde van de jaren 1920 was het bestaande schoolgebouw opnieuw te klein geworden. Circa 1930 maakte de toenmalige directeur Antoon Van Wijngaerden in samenwerking met het ministerie van Landbouw en de Dienst voor gebouwen de plannen voor het huidige hoofdgebouw, waarvoor de eerstesteenlegging gebeurde op 13 maart 1931, zie hoek rechteruitbouw.
Beschrijving
Gebouwenpatrimonium
Wat betreft het gebouwenpatrimonium, gaat het met uitzondering van de hoofdvleugel, overwegend om vrij eenvoudige, functionele constructies, opgetrokken uit baksteen en vaak meermaals aangepast en/of uitgebreid in functie van de behoeften. Het medaillon dat nu is ingemetseld in de fietsenstalling, is afkomstig van het huldemonument dat in 1911 in de school werd opgericht voor L.G. Gillekens, directeur van 1867 tot 1893; hij was verantwoordelijk voor de degelijke structurering van het tuinbouwonderwijs.
Hoofdgebouw
Het volledig onderkelderde hoofdgebouw van twee bouwlagen werd opgetrokken uit baksteen en bestaat uit een langsvleugel met twee haakse aanbouwen vooraan en één centrale haakse aanbouw achteraan onder gecombineerde pannen zadeldaken, voorzien van een aantal dakkapellen. Behoudens enkele art-deco-elementen in het centrale ingangsrisaliet, onder meer de consoles van de deurluifel, vertonen de gevels een vrij eenvormig doch vooral eenvoudig uitzicht met grote rechthoekige vensters voor de maximale lichtinval, gevat in rechthoekige spaarvelden. Het oorspronkelijke schrijnwerk werd al gedeeltelijk vervangen.
Interieur
Inwendig bevat de hoofdvleugel de centrale inkom met gedenkstenen voor de gesneuvelde studenten, oud-leerlingen en leraren van de beide Wereldoorlogen. Het oorspronkelijke uitzicht bleef nagenoeg integraal bewaard in de noord-zuid-gerichte lange gang: een authentiek tochtportaal aan de hoofdingang, gedeeltelijk betegelde wanden, cementtegelvloeren, kapstokken en bordestrappen met fraaie ijzeren leuningen uit de bouwperiode. Twee muurschilderingen, één over de fruitoogst en één over de school en haar gekweekte producten versieren de twee zijingangen, ze zijn het werk van Constant Pellegrin, zie signatuur, die vanaf 1929 aan de school verbonden was als tekenleraar; verder omvat deze vleugel voornamelijk ruime klaslokalen en op de verdieping een feestzaal die eveneens versierd werd met een muurschildering van C. Pellegrin; directie, secretariaat, leraarskamer en bibliotheek vonden een onderkomen in de centrale uitbouw achteraan.
- BACCAERT F. e.a. 1973: 125 jaar tuinbouwonderwijs te Vilvoorde 1848-1973, Vilvoorde.
- CLERCKX E. 1970: Het Hoger Rijksinstituut voor Tuinbouw te Vilvoorde, Maandschrift Vlaamse Toeristische Bibliotheek (V.T.B.), juli 1970.