Ensembles van gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl. Rijwoningen van overwegend drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel met straat, pannen of leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De bovenbouw onderscheidt zich door een stucdecor, en heeft een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst als beëindiging.
Geheel van drie burgerhuizen, gekoppeld volgens repeterend en spiegelbeeldschema, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Lalmand-Focketyn, naar een ontwerp uit 1864. De benedenvensters rusten op doorgetrokken, lekdrempels, de bovenvensters met geprofileerde dagkanten, stucsleutels en ijzeren parapetten, rusten achtereenvolgens op de puilijst en individuele lekdrempels. Second-empire-onderdorpels accentueren de tweede verdieping. Het hoofdgestel is verrijkt met uitgelengde voluutconsoles. Gietijzeren voetschrapers. Volgens de bouwplannen omvatten de plattegronden telkens een voor- en achterkamer, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Geheel van drie burgerhuizen, gekoppeld volgens spiegelbeeld- en repeterend schema, gebouwd in opdracht van de weduwe Aerts, naar een ontwerp door de architect Heliodore Leclef uit 1868. Van het rechter pand (nummer 28) is de gevel in 1954 volledig vernieuwd; in de pui van het rechter pand (nummer 32) is in 1956 een garagepoort ingebracht.
Het rijker uitgewerkte middenpand van vier traveeën breed, wordt geaccentueerd door een twee traveeën breed balkon met voluutconsoles en ijzeren borstwering op de bel-etage, en een gevelbreed driehoekig fronton met oculus boven de kroonlijst. Deze zijn verrijkt met klossen, tandlijsten en uitgelengde voluutconsoles. De flankerende, gespiegelde zijpanden hebben op de bouwplannen eveneens een middenbalkon. Verder beklemtonen geriemde vensteromlijstingen en cartouchesleutels op de eerste verdieping telkens de middenas, en onderscheidt de tweede verdieping zich door onderdorpels met rozet. Gietijzeren voetschrapers.
Heliodore Leclef ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn oeuvre in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten op de Frankrijklei, daterend uit 1871. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.
Geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde burgerhuizen, gebouwd in opdracht van J.B. Vael, naar een ontwerp door Jos. Bellens. Van deze bouwmeester zijn in Antwerpen bouwprojecten geïdentificeerd uit de jaren 1861 tot 1876, waaronder de Molenberg Natie uit 1873. De muuropeningen hebben geprofileerde dagkanten, doorgetrokken lekdrempels op de eerste twee bouwlagen, individuele lekdrempels en second-empire-onderdorpels op de derde bouwlaag. Balkons met ijzeren borstwering en second-empireconsoles versierd met rozetten en ranken leggen telkens de klemtoon op de middenas ter hoogte van de eerste verdieping. Het hoofdgestel is verrijkt met casementen en uitgelengde voluutconsoles. IJzeren keldertralies en parapetten.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Ensembles van gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327197 (geraadpleegd op ).
Eenheidsbebouwing van burgerhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (pannen, nok parallel met straat), in neoclassicistisch getinte stijl van circa 1870. Bepleisterde, beschilderde lijstgevels op sokkel van arduin. Geblokte begane grond onder markante puilijst. Bovenbouw met plastisch stucwerkdecor rond rechthoekige vensters in geriemde omlijsting.
Nummers 17 tot 21 met kroonlijst op consoles. Nummers 28 tot 32 in opdracht van de weduwe Aerts naar ontwerp van architect Heliodore Leclef uit 1868, verrijkt met ijzeren bel-etagebalkons en gevelbreed driezijdig fronton met oculus en kroonlijst boven de middelste gevel; vernieuwde gevel voor nummer 28. Nummers 36-38 met ondiep ijzeren balkon en toegevoegde dakverdieping.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Ensembles van gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7061 (geraadpleegd op ).