Gelegen ten noordoosten van het kasteel Ravaart en gelijk met het kasteel op het kadaster geregistreerd in 1863. Waarschijnlijk gaat het hier om het oorspronkelijke koetshuis met de bijhorende stallen, bestaande uit twee haaks op de straat ingeplante constructies van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder recent vernieuwde, pannen zadeldaken met toegevoegde dakvlakvensters; beide vleugels zijn aan de noord- en de zuidzijde door een bakstenen muur met elkaar verbonden zodat een gesloten complex ontstaat.

Beschilderde bakstenen gebouwen, gemarkeerd door al dan niet geblokte hoeklisenen. Meer uitgewerkte, neoclassicistische westgevel (kasteelzijde), horizontaal geaccentueerd door bakstenen waterlijsten; als puntgevel uitgewerkt en vrij breed middenrisaliet met rechthoekige poort in een tweevoudig verdiept rondbogig spaarveld; de drie traveeën links en rechts vertonen een rondboogarcade met geblokte pilasters en rondboogvensters of -deuren met bewaard schrijnwerk. De oostelijke vleugel vertoont een open gedeelte met segmentbogige doorgangen (wagenhuis) en een gesloten gedeelte met dito spaarvelden. Voorts gevarieerde muuropeningen, waaronder een aantal rechthoekige onder houten latei en rondboogvormige.

Ten zuiden een later toegevoegd, kleiner wagenhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder kunstleien schilddak, op het kadaster ingetekend in 1911. Gelijkaardig beschilderde baksteenbouw met lijstgevel en tot puntgevel verhoogde middentravee, geritmeerd door lisenen met sierankers waartussen rechthoekige poorten onder ijzeren I-latei; verder naar het oosten ligt nog een vervallen serre, op het kadaster als "broeikas" geregistreerd in 1884.