Teksten van Kasteelhoeve Batenborch

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/70670

Kasteelhoeve Batenborch ()

Voormalige kasteelhoeve van het kasteel Batenborch of Batenburg (Vijfhoekstraat nummer 40) en gelegen ten zuidwesten van het kasteel.

Historiek

Al in 1454 is er sprake van een hoeve, die mogelijk versterkt was en aan de basis lag van het ontstaan van het latere kasteel; in 1608 wordt ze omschreven als "...eene groote hove met huysinghe, vyver ende motte daer aen gestaen onder den eygendom der stadt van Vilvoirden, by sinte Mertens Peuthy...". Het huidige als kasteelhoeve omschreven complex ligt verder naar het westen en vormt een overblijfsel van een in kern vermoedelijk achttiende-eeuwse semi-gesloten hoeve waarvan de verschillende bestanddelen geschikt waren rondom de drie zijden van een rechthoekige binnenplaats, inrijpoort en woonstalhuis ten noorden, stallen en open wagenhuis ten zuiden, dienstgebouw en schuur ten westen en een bakstenen muur aan de oostzijde. In de loop van de negentiende eeuw werden ingrijpende verbouwingswerken uitgevoerd; de ruitvormige gevelsteen met gegraveerd jaartal 1826 boven de deur zou hiernaar verwijzen. Ook in de loop van de twintigste eeuw werden nog grondige transformaties doorgevoerd; zo werden de voormalige stallen, het open wagenhuis en het aansluitende dienstgebouw alle gesloopt in het laatste kwart van de twintigste eeuw; na jarenlange leegstand werd het woonhuis door intense renovatiewerken opnieuw geschikt gemaakt voor bewoning, doch met behoud van de oorspronkelijke indeling en aanwezige elementen als cementtegelvloeren, rode tegelvloeren, opkamer en kelder.

Beschrijving

Het huidige uitzicht van de overblijvende hoevegebouwen klimt dus zeer waarschijnlijk op tot 1826 (zie inscriptie boven de deur). Heden resten enkel het gerenoveerde poortgebouw en aansluitend het woonstalhuis, gelegen aan de noordzijde van een met gras begroeid erf met sporen van een vroegere mestvaalt; ook de schuur aan de westzijde bleef bewaard; aan de oost- en de zuidzijde is het erf nu afgesloten door een volledig hermetste zandstenen muur. Een nieuwbouw werd opgericht in de zuidwestelijke hoek, ter plaatse van het vroegere, open wagenhuis. Ten noorden liggen de resten van een aan straatzijde ommuurde boomgaard.

Het poortgebouw bestaat uit een overluifelde, rechthoekige toegangspoort, gevat tussen het woonstalhuis en de schuur.

Het woonstalhuis is een verankerde constructie van één bouwlaag onder een zadeldak van mechanische pannen. Volledig opgetrokken uit zandsteen met uitzondering van het contrasterende baksteenmetselwerk onder meer voor de latere aanpassingen, zie de aangepaste muuropeningen onder houten latei met vernieuwd schrijnwerk. Woongedeelte van zes traveeën met kelder en ruime opkamer in de drie rechtse traveeën; getraliede keldervensters in bewaarde zandstenen omlijsting. Klimmende dakvensters, voorheen met houten laadluiken, heden omgevormd tot vensters ter verlichting van de als bergplaats en hobbyruimte ingerichte zolder met bewaard gebint. De rechts aansluitende, voormalige koestal sluit qua uitzicht aan bij het woongedeelte, waarbij hij heden geïntegreerd is. Vrij gesloten noordgevel.

Interieur met behouden trap naar de uitzonderlijk grote opkamer, het onderliggende kelderluik geeft toegang tot drie gewelfde kelders. Rode tegelvloeren en vloeren van cementtegels.

Tweebeukige langsschuur, met uitzondering van de zuidelijke geveltop volledig opgetrokken uit zandsteen, vier traveeën onder een zadeldak van vernieuwde, mechanische pannen. Aan de westzijde voorzien van lage, schuin oplopende steunberen. Zijpuntgevels met uilengaten in de top en rechthoekige poorten onder houten latei. Verder vermelden we nog een poel ten oosten, tussen het eigenlijke kasteelpark (nummer 40) en de hoeve.

  • LAUWERS J. 1976: Peutie en zijn voormalig begijnhof van Steenvoort, Peutie-Tielt, 84-85.
  • LAUWERS J. 1979: Peutie het vroegere kastelendorp, Vilvoorde, 21-22.

Bron: KENNES H. met medewerking van STEYAERT R. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Vilvoorde, Deelgemeenten Vilvoorde en Peutie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelhoeve Batenborch [online], https://id.erfgoed.net/teksten/70670 (geraadpleegd op ).


Kasteel hof Batenborch (1) ()

Het hof Batenborch, van oude doch niet achterhaalde oorsprong, en waarvan de gebouwen toen in puin vielen, werd in 1598 verkocht aan Robert de Moens, door wie het tijdens de 17de en 18de eeuw in het bezit kwam van de familie de Baudequin, die er in de 17de eeuw een kasteel bouwde.

Heden is het een grotendeels door een breukstenen omheiningsmuur afgebakend goed, toegankelijk langs een bomendreef en een hek tussen vierkante classicistische pijlers van zandsteen met vaasbekroning; het omvat in het park met oude bomen, een kasteel met resterende kern uit de 17de eeuw, tijdens de 18de eeuw verbouwd en in 19de eeuw aangepast, een conciërgewoning uit de 15de of de 16de eeuw, en bij de omheiningsmuur, een kasteelhoeve.

Twee verdiepingen hoog kasteel afgedekt met een mansardedak (leien), voorzien van tussen houten vleugelstukken gevatte dakkapellen. Zandsteenbouw in breuksteenverband, vermoedelijk voorheen bepleisterd. Ongeveer rechthoekige constructie met achteruitspringend gedeelte, in de oksel ten zuidoosten voorzien van een halfronde bijbouw met gevelsteen "Sans varier/ 1869" wijzend op de restauratie en de toevoegingen, en nog verrijkt met een erkertje ten zuiden; tegen de achtergevel, een breukstenen bijbouw onder lessenaarsdak (leien), en in de zuidwesthoek, een laag cirkelvormig torentje met stomp kegeldak (leien), en een zandstenen rondboogdeurtje met negblokken, sluitsteen, druiplijst en jaartal "Anno/ 1730" op de imposten. Van de oudste kern rest in de westgevel, een zandstenen kruisvenster; de overige rechthoekige vensters werden aangepast en gerestaureerd (arduin); sommige bewaren evenwel nog gedeeltelijk de zandstenen omlijsting met negblokken, of zijn bekroond met een bakstenen ontlastingsboog.

Bij het tuinhek, conciërgewoning die zou kunnen opklimmen tot de 15de of 16de eeuw. Het hoog gedeelte, eertijds vermoedelijk een driekwarthuis, is afgedekt met een zeer steil zadeldak (pannen), met afsnuiting aan de voorgevel uitlopend op een heden met lood bekleed windbord en met geprofileerde houten modillons. In dezelfde gevel, resten van stijl- en regelwerk (baksteen) in de bovenbouw. Zandstenen achtergevel met top in baksteenmetselwerk verrijkt met zandstenen speklagen, en rechts afgewerkt met vijf bakstenen trappen; in de onderbouw, sporen van een poort (links) en van een venstertje (rechts) in de bovenbouw, een met breuksteen dichtgemaakt voormalig kruisvenster dat de dubbele sterk gewelfde ontlastingsboogjes boven het kordon behoudt, en dat een aanpassing zou kunnen zijn uit de 17de eeuw.

In het verlengde, lager gedeelte in breuksteen (zandsteen) met pannen zadeldak (nok loodrecht op het driekwarthuis); in de voorgevel, een rechthoekig venster in een ijzerzandstenen omlijsting met kwarthol beloop en negblokken aan de posten, en een gotische deur van zandsteen: geprofileerd spitsboogbeloop met neutjes, afgelijnd met een spitsboogvormige druiplijst. Achtergevel deels van baksteen met nieuwe vensters (herstelling), deels van breuksteen voorzien van een zandstenen rondboogdeurtje met uitstekende imposten.

Kasteelhoeve. Semi-gesloten boerderij met gebouwen grosso modo van breuksteen onder pannen zadeldaken, gegroepeerd rondom de drie zijden van een geplaveide rechthoekige binnenplaats, met een bakstenen muur op de vierde zijde; moeilijk te dateren daar de muuropeningen in de 19de eeuw verbouwd werden.

Op de oostzijde, overluifelde inrijpoort met houten latei die doorloopt tot de schuurpoort (rechts). Ernaast, boerenhuis met een verdieping en zadeldak (pannen) met dakvensters; in 1826 verbouwde muuropeningen (houten lateien, bakstenen posten) zoals aangeduid in een ruit boven de rechthoekige deur; zes traveeën brede gevel waarvan de drie rechter onderkelderd zijn. Ten westen, stallingsvleugel met zadeldak (pannen), houten dakvensters en rechthoekige muuropeningen. In de noordwesthoek, karrenhuis met zadeldak (pannen), uit de 19de eeuw. Op de noordzijde, lager dienstgebouw en langsschuur met zadeldak (pannen).


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelhoeve Batenborch [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40851 (geraadpleegd op ).