Voormalige watermolen (graan- en volmolen) van het onderslagtype op de Abeek. Eerste vermelding in 1515. Afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-77), Moulin de Leus, en in de Atlas van de Buurtwegen (1845), Moulin Voorste Luis, ongeveer in de huidige vorm. De restauratie is aan de gang, als onderdeel van het project Luysmolen, uitgevoerd in het kader van het landinrichtingsproject noordoost-Limburg, door de Vlaamse Landmaatschappij, kaderend in het grensoverschrijdend landschap Stramprooierbroek.
Het molenaarshuis ligt ten noordwesten van de weg, het molenhuis ten zuidoosten. Het molenaarshuis dateert uit de eerste helft 18de eeuw: muurankers op de voorgevel met jaartal 173[.]. Uit deze periode bleven slechts een paar traveeën van het woonhuis bewaard. De rest van het gebouw is volledig vernieuwd. Bakstenen gebouw van één bouwlaag onder mank zadeldak (mechanische pannen). Gecementeerde plint. Rechthoekige muuropeningen onder recente houten latei. Linkse zijgevel met vlechtingen, het aandak verdween. Recente houten constructie tegen de achtergevel.
Het molenhuis is grotendeels recent. Het oudste gedeelte aan de zijde van de Abeek dateert uit het eerste kwart 20ste eeuw: bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen). Het rad is niet meer aanwezig. Vernieuwd betonnen sluiswerk.
- Bocholter windmolens - Bocholter watermolens, (Bokarelo, 7, 1990, pagina's 18-21).
- CUPPENS H. - SMET W., Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek, Sint-Niklaas, 1980.
- DOORSLAER B. VAN, Met de stroom mee of tegen de wind in ? Molens in Limburg, Borgloon, 1996, pagina 29.