Burgerhuis in second-empirestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1862 opgetrokken in opdracht van Jean Louis Van Leckwyck. Uit het bouwdossier vallen de ontwerper noch aannemer af te leiden. Bij een recente renovatie werden het rijk versierde hoofdgestel, de gietijzeren borstweringen en parapetten verwijderd.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen, met een typisch decor van ingekerfde ranken. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een balkon met consoles, oorspronkelijk voorzien van doorgetrokken gietijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van getoogde deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting, gemarkeerd door pilasters met doorgetrokken imposten. Het portaal en het venster in de uiterste traveeën van de begane grond onderscheiden zich door een bewerkte sluitsteen en een hanenkam. Oorspronkelijk werd de gekorniste kroonlijst ondersteund door uitgelengde, bewerkte consoles, waartussen een typisch stucdecor van rozetten en ranken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1862#663.