De thans gesloten hoeve ontstond uit een tweeledige hoeve, zoals aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Geen van de toenmalige gebouwen bleef bewaard; de huidige hoeve werd heropgebouwd in twee campagnes: het dienstgebouw aan de oostzijde van het erf in 1852 (muurankers), het woonhuis in 1862 door H. Swennen; in laatstgenoemde periode werden ook het poortgebouw en mogelijk ook de noordvleugel gebouwd. Bakstenen gebouwen gegroepeerde rondom een met Maaskeien geplaveid erf, bereikbaar via de korfboogvormige inrijpoort in de noordvleugel; in de sluitsteen het opschrift: H S (Henri Swennen)/ M K C (Marie Katherine Cardinaels)/ 1[862].
De westvleugel omvat het woonhuis en de stal. Het huidige geknikte zadeldak is een verbouwing uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Muizentandfries onder de dakrand. Rechthoekige muuropeningen (strek). Verscheidene wijzigingen in de ordonnantie.
Het tegenover gelegen dienstgebouw van 1852 omvat stallen en twee dwarsschuren. Zadeldak (mechanische pannen). Geprofileerde bakstenen kroonlijst. Smeedijzeren muurankers met krullen. De oorspronkelijke muuropeningen zijn de rechthoekige vensters en deuren (strek). Twee korfboogpoorten. Een aantal wijzigingen in de ordonnantie van de stal. Zijgevels met aandak, vlechtingen, topstuk en schouderstukken; in de noordelijke zijgevel het jaartal 1852 door middel van smeedijzeren muurankers.
De noordvleugel omvat een poort naar de velden en stallen. Zadeldak (mechanische pannen). Getoogde muuropeningen. Korfboogpoort.
Vóór de hoeve bevindt zich een waterput.
- MELGERS A., De Geschiedenis van het gehucht Schoot, Bree, sine data.
- MELGERS A., Er was eens...Het Koezenhof, 1997.