Burgerhuis in neorenaissancestijl gebouwd in opdracht van Gustave Michiels, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Truyman uit 1886.

Het hotel Michiels behoort tot het vroege oeuvre van Ferdinand Truyman, die als architect actief was vanaf omstreeks 1880 tot midden jaren 1920, zowel met een privé-praktijk als in dienst van de stad Antwerpen. Uit de jaren 1885 en tot begin 1890 zijn van Truyman zowel ontwerpen in conventionele neoclassicistische als ontwerpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl bekend, waarvan het hotel Michiels als belangrijkste voorbeeld geldt. Samen met de architect Hendrik Kennes realiseerde hij in 1892-1895 het Loodswezen op de Tavernierkaai, en met de architect Jan Frans Sel(-Caluwaerts) in 1893-1897 het Hoger Handelsgesticht in de Schildersstraat, ontworpen in monumentale eclectische stijl. Begin jaren 1900 ondergaat zijn architectuur de invloed van de art nouveau, met als hoogtepunt het Juwelenhuis Ruys in de Sint-Jorispoort.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De rijk versierde lijstgevel onderscheidt zich door een polychroom parement, dat het rode baksteenmetselwerk in het middenrisaliet contrasteert met gele baksteen. Daarnaast is overvloedig gebruik gemaakt van witte natuursteen voor de balkons, deur- en vensteromlijstingen, speklagen, waterlijsten, sluitstenen, entablementen, bewerkte boogvelden en frontons, en kleurrijke keramiektegels voor de friezen. De hoge plint uit blauwe hardsteen is bewerkt met profielen die eindigen in colonetten. Nadrukkelijk geleed door het gevelbrede balkon met balustrade en uitgelengde consoles van de eerste verdieping, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze is in de bovenbouw als risaliet uitgewerkt, op de eerste verdieping geaccentueerd door pilasters met chutes van Sint-Jacobsschelpen, en op de tweede verdieping door een balkon waarvan de smeedijzeren borstwering is verdwenen, en een driehoekig fronton, beide op consoles. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteromlijstingen met waterlijst, ontlastingsboog en sluitsteen. Het bovenlicht van de inkomdeur rust op een middenkalf met kraagstenen; de vensters van de eerste verdieping worden bekroond door boogvelden met rolwerk in Vredeman-de Vriesstijl, opgehoogd met een leeuwenkop of rozet. Een zwaar gedecoreerd, klassiek hoofdgestel, met een houten kroonlijst op modillons en uitgelengde consoles, vormt de gevelbeëindiging. Fraaie houten inkomdeur met briefpanelen en bewerkte makelaar; bewaard smeedijzeren traliewerk in het souterrain, en gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden, maar zoals gebruikelijk beslaat de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht over de volledige diepte de begane grond; oorspronkelijk herbergde het souterrain de keuken.

Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen met eclectische kenmerken, van circa 1900. Bakstenen en (beschilderde) natuurstenen lijstgevel op hoge arduinen sokkel met rechthoekige keldervensters en diamantkopmotief. Gevelbreed balkon met balustrade op zware consoles, hogerop gemarkeerde middentravee met pilasters, entablementen en driehoekig fronton. Tweede en derde verdieping afgesloten door tegelfries, respectievelijk onder kordonlijst en kroonlijst op consoles met dropmotief. Rechthoekige vensters, op hoofdverdieping onder boogvelden met reliëf, ontlastingsbogen met sluitsteen. Rechthoekige deur met tussendorpel op consoles, bovenlicht.