Ruim buitenhuis gebouwd door architect L. Jaminé in 1895, in opdracht van ridder Alexander de Borman, procureur des konings te Bergen. Het huis bestaat uit twee delen: de noordoostelijke zijde is de voorzijde, en bestaat uit een breedhuis onder zadeldak (kunstleien) met twee dakkapellen, voorzien van een middenrisaliet met torenachtige bekroning onder hoog schilddak (leien). Tegen de achtergevel van dit gedeelte, een diephuisgedeelte onder zadeldak, met ronde traptoren onder naaldspits (leien) tegen de noordwestelijke gevel, en rechthoekige uitbouw onder plat dak tegen de middentravee van de achtergevel. Tegen de zuidoostelijke zijgevel, een travee van één bouwlaag onder plat dak, waarop een terras met smeed- en gietijzeren hek, en waartegen een recente serre aanleunt die de oorspronkelijke serre van dezelfde vorm vervangt.
Het frontgedeelte is een dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen. Bakstenen gebouw met een lijstgevel op souterrain; bakstenen plint met hardstenen afzaat. Vlakke, bakstenen hoekpilasters; middenrisaliet met torenachtige verhoging van drie en een halve bouwlaag. Baksteenfriezen onder de dakranden. Banden en lijsten van hardsteen. Rechthoekige en korfboogvormige muuropeningen met hardstenen sluitstenen, negblokken, lateien en lekdrempels. Bel-étage met rechthoekig balkon en smeedijzeren hek (recent); erboven een breed venster met stenen balustrade. De deur is bereikbaar via een bordes met dubbele kwartslagtrap en recent hek; dit hele gedeelte is een reconstructie van de oorspronkelijke toestand. Zijgevels met aandaken en lisenen. In de noordwestelijke zijgevel het wapenschild van de familie de Borman.
Het diephuisgedeelte tegen de achtergevel telt drie traveeën en twee bouwlagen, eveneens op souterrain. Achtergevel, de noordwestelijke zijgevel en traptoren gecementeerd en witgeschilderd. Hardstenen waterlijsten. Rechthoekige muuropeningen. Gevelsteen in de uitbouw tegen de achtergevel: CHEVALIER DE BORMAN/ PROCUREUR DU ROI/ A MONS/ A POSE CETTE PIERRE/ LE 24 (?) JUIN 1895. Ten westen van het kasteel liggen een aantal aangepaste dienstgebouwen.
Witgeschilderde houten duiventil met hondenhok onder tentdak (kunstleien), gekocht op de Wereldtentoonstelling van Luik in 1900.
Het geheel is gelegen in een park in landschapsstijl, aangelegd door tuinarchitect Creten.
In een voormalig gedeelte van het park: grafsteen van ridder de Borman, binnen een smeed- en gietijzeren omheining.
- BOONEN W., meegedeelde gegevens, 2001.
- MAES S.F., De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie, 1952, pagina 251.