is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dekenij
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Refugiehuis van Postel, dekenij, kapelanie en dorpswoning
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dekenij
Deze vaststelling was geldig van tot
is deel van de aanduiding als beschermd monument Refugiehuis van Postel, dekenij, kapelanie en dorpswoning
Deze bescherming was geldig van tot
In de vroegere tuin van het Refugiehuis van Postel werd tijdens het pastoraat van pastoor-deken Beliën (1863-1879) een nieuwe dekenij gebouwd, naar ontwerp van de Hasseltse architect Herman Jaminé (1826-1885).
Het alleenstaande breedhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, voltooid tussen 1864-1872, verving daarbij de oude pastorie die omstreeks 1768 ondergebracht was in het voormalige refugiehuis. De slechte toestand van dit pastoorsverblijf werd in 1863 aan het provinciebestuur gerapporteerd. De kerkfabriek besloot daarop een nieuwe ruime woonst met logementsruimte voor de bisschop te bouwen en afstand te doen van het refugiehuis. Architect H. Jaminé tekende het ontwerp. De deken stond zelf in voor de levering van de materialen. In 1888 grepen herstellingswerken plaats onder leiding van Léon Jaminé (1858-1921), waarbij Franse witsteen van Joli-Bois werd aangewend.
De 19de-eeuwse dekenij is een groot dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien). Bakstenen gebouw op een bakstenen plint met hardstenen lijst, verhoogde begane grond en verfraaid met smeedijzeren sierankers. Getoogde vensters in een verdiepte, bakstenen omlijsting; natuurstenen omlijsting en geprofileerde hardstenen lekdrempels.
De noordwestgevel heeft als voorgevel drie onderscheiden delen: de twee linkertraveeën, het risaliet in de twee middentraveeën met inkom, en de drie rechtertraveeën. De twee middentraveeën in een centrale risaliet onder trapgevel hebben op de linkerhoek een mergelstenen nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld. De bovenvensters zijn voorzien van gekoppelde, hardstenen druiplijsten en een tweelicht in de geveltop. Een getoogde voordeur, voorafgegaan door een bordes van drie treden is gevat in een geprofileerde, hardstenen spitsboogomlijsting met negblokken en bovenlicht met ijzeren roedeverdeling.
Het linkergedeelte is voorzien van mergelstenen speklagen en een rondboogfries onder de kroonlijst. Het rechtergedeelte heeft geen decoratie.
Ten zuidoosten (naar de Vaesstraat) aansluitend, laag dienstgebouw van één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), voorzien van rechthoekige lisenen, dropmotief, getoogde en gewijzigde vensters. Aanvankelijk bestemd als conciërgewoning.
De groenzone ten noorden en noordwesten van de dekenij, werd in het begin van de 20ste eeuw kadastraal omschreven als de ‘lusttuin der pastory’. In 1996 werd het binnengebied verworven door de stad Bree en kreeg de tuin, gekend als de ‘Hof van de Deken’ een semipubliek karakter.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)