erfgoedobject

Burgerhuis in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
7097
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7097

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Voornaam burgerhuis in beaux-artsstijl op de hoek van Lamorinièrestraat en Grétrystraat, gebouwd naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1910. Opdrachtgever was de in Antwerpen geboren Michael Coxon Hunter (1873-1943), echtgenoot van Marthe-Paule Marguerite De Puydt (Sint-Gillis, 1882-1943). Samen met zijn jongere broer Charles Hunter (Antwerpen, 1876-Sint-Joost-ten-Node, 1934), volgde hij in 1907 zijn overleden vader op aan het hoofd van de firma Kennedy, Hunter & Co. Het tot 1806 opklimmende havenbedrijf, was actief als scheepsmakelaar en scheepsberger op de Schelde. Vader John William Hunter (1836-1907), een gewezen Oost-Indiëvaarder afkomstig uit Sunderland, had zich in 1869 te Antwerpen geassocieerd met William Kennedy, en na diens overlijden in 1874 Kennedy, Hunter & Co overgenomen, als vertegenwoordiger van belangrijke Britse rederijen waaronder Lamport & Holt en General Steam Navigation. In 1908 had Michael Coxon Hunter al een eerste keer beroep gedaan op Hertogs, voor het ontwerp van het nieuwe kantoorgebouw van Kennedy, Hunter & Co, gelegen aan de Orteliuskaai en de Sint-Pietersvliet.

Met zijn versoberde beaux-arts-vormentaal, is het hotel Hunter representatief voor het latere oeuvre van de Joseph Hertogs, uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog. Een van zijn belangrijkste realisaties uit deze periode is het hotel Thys - later Smidt van Gelder aan de Belgiëlei uit 1905, waarvan de klassieke ordonnantie aan het Parijse Lodewijk XIV-hotel is ontleend. Hertogs geldt als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen, met een loopbaan in dienst van de mercantiele burgerij die bijna een halve eeuw omspande, en een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen opleverde. Het hotel Hunter was het laatste van de drie grote beaux-arts-panden, die de architect in dit meest voorname straatgedeelte van de Lamorinièrestraat tot stand bracht, na het ensemble gevormd door het hotel Gevers en het hotel Jacobs uit 1900.

Architectuur

Met een gevelbreedte van twee ongelijke bij vier traveeën, omvat het langgerekte hoekhuis een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine, onder een plat dak. De lijstgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband oorspronkelijk met knipvoegen, spaarzaam verwerkt met witte natuursteen voor de waterlijsten, deur- en vensteromlijstingen, op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Sober van opzet beantwoorden de lijstgevels aan een klassieke driedeling, opgebouwd uit de pui, de hoog oplopende bovenbouw, en de mezzanine, die boven de houten kroonlijst is afgewerkt met een blinde attiek. De asymmetrische compositie van de voorgevel legt de klemtoon op de brede zijtravee, gemarkeerd door oplopende, driezijdige, houten erkers met bekronend balkon. In de verder blinde zijgevel, wordt het grote rondboograam van de traphal geflankeerd door een gelijkaardige travee. Verder alterneren het rondboogportaal en de rondboogvensters van de tweede verdieping, met het rechthoekige entablementvenster van de eerste verdieping en de ronde oculi van begane grond en mezzanine, alle in breed geprofileerde omlijstingen met sluitsteen. Ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl beperkt het uitermate ingehouden geveldecor zich tot wat stafwerk op de borstweringen, een enkele guirlande of chute. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en de vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk en de gietijzeren voetschraper. Bij de zijgevel sluit een lange tuinmuur aan uit hetzelfde soort metselwerk met plint, geritmeerd door postamenten en met smeedijzeren hekwerk als bekroning.

De plattegrond wordt over de volledige breedte opgedeeld door de ruime traphal, die een centrale inplanting kreeg, bereikbaar via de vestibule met trappenbordes. Volgens de bouwplannen neemt het salon de straatzijde in, en wordt de suite van eetkamer en veranda met terras aan de tuinzijde geflankeerd door de diensttrap en de office met ‘monte plats’. Zoals gebruikelijk deelden de spreekkamer, de keuken en de wasplaats het souterrain met de voorraadkelders. De plattegronden van de bovenverdiepingen ontbreken in het bouwdossier.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier1910#116; vreemdelingendossier 481#27640.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7097 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.