Teksten van Site met vlasschuren en molenromp Denys

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/70988

Site met vlasschuren en molenromp Denys ()

Tussen de Kortrijkstraat en de Kozakstraat ligt de site met vlasschuren en molenromp Denys.

De aan de Kortrijkstraat gelegen vlasschuren zijn opgetrokken in het decennium voor de Eerste Wereldoorlog (1903, mogelijk ook 1907 en 1913). De trapgevels in rode, verankerde baksteen zijn opengewerkt door licht getoogde muuropeningen. Bij de geografische inventarisatie (2005) was het oorspronkelijke houtwerk nog deels bewaard (in 2020 grotendeels gewijzigd). Centraal staken drie houten poorten onder ijzeren I-balken (in 2020 zijn twee poorten ingevuld met beglazing). Het linker pand bewaart nog de vlaskamer en de vlaszolder, met de typerende blinde vensternissen. De vlasschuren werden in 2004-2005 herbestemd als lofts. Achter de schuren is er een klein roodbakstenen gebouw onder pannen zadeldak (ten noordoosten van de molen), waarin vroeger een vlaszwingelarij ingericht was. Achter de vlasschuren sluit de bakstenen molen Denys met kern uit 1834 aan. De molen is vernoemd naar de familie Denys die vanaf 1834 eigenaar was. Ten zuiden van de molenromp (naar de Kozakstraat) sluit nog een klein open gebied aan. De romp vormt een baken met industrieel-archeologische waarde in het verder verstedelijkte landschap. Deze molen is - samen met Vanbutseles molen - de laatste van zeven windmolens die Wevelgem ooit telde.

Historiek molensite

Aan de huidige stenen molen Denys ging mogelijk een houten staakmolen vooraf. Na afbraak of verdwijning in 1772 zou deze vervangen zijn door een stenen molen. De Ferrariskaart (1771-1778) geeft op deze locatie geen molen (meer) weer. Mogelijk duurde het tot 1834 vooraleer de molen herbouwd werd. In dat jaar kreeg Guillaume Denys van de Gedeputeerde Staten van West-Vlaanderen toelating om een molen te bouwen “à proximité de la Place de la commune de Wevelghem”. De provincie eiste wel dat de molen ‘op minstens 43 meter uit de as van de weg Kortrijk-Menen’ gebouwd werd. Alhoewel Denys olieslager was in Gullegem, is er in zijn verzoekschrift enkel sprake van een graanmolen. Molen Denys is voor het eerst aangeduid op de kaart van Ph. Vandermaelen (rond 1850).

Rond 1880 was de windvang van de grondzeiler op molenberg (1834) wellicht verminderd door de toenemende lintbebouwing langs de Kortrijkstraat. Daarom werd de molenromp verhoogd tot een stellingmolen. De metalen stelling kwam ter hoogte van de vroegere luizolder. Bekwaam vakmanschap zorgde ervoor dat het verschil in metselwerk nauwelijks merkbaar was in de niet geschilderde romp. De molenberg werd afgegraven, de toegangen werden geheroriënteerd. Vensters werden deuren en omgekeerd. De nieuwe en aangepaste rondboogvensters werden ingevuld met metalen ramen. Zowel de venstervorm als het gebruik van metaal voor ramen en stelling maakten opgang in de molenbouw uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Kenmerkend voor ‘jongere’ molens zijn de vensters geschrankt geplaatst. Op dat moment was het zeker een gemengde koren- en oliewindmolen. In de olieslagerij (begane grond) was er één kollergang en aan de noordzijde van de romp werd een rookkanaal voor de vuring gemetseld. De steenzolder telde twee maalgangen. Ter aanvulling van de windkracht kwam er in 1899 een petroleummotor. In 1905 werd deze vervangen door een stoommachine, waardoor de molenomgeving ook gekenmerkt werd door een hoge schoorsteen. Tot in 1918 werd de molen enkel met twee lange schoren gekruid (zonder staart).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende de molen als uitkijkpost voor de Duitsers. Na beschadiging in 1918 werd de molen grondig hersteld door molenbouwer Coussée uit Meulebeke. Er kwamen een grotere kap met dito vangwiel. Ook werden er nieuwe ijzeren geklinknagelde roeden (constructieatelier Verhaeghe, Ruddervoorde, vlucht 24,40 meter) en een nieuwe staart en schoren geplaatst. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was de 21 meter hoge molen een mikpunt voor Duitse beschietingen. Op 24 en 25 mei 1940 brandde hij dan ook uit. Na meer dan een decennium verval werd de molenromp in 1953 voorzien van nieuwe betonnen zolders en ingericht als mechanische maalderij. De ingang van de molen werd uitgebreid met een laadplatform voor vrachtwagens (intussen verwijderd, net als andere aanbouwen). De nog bruikbare onderdelen van de metalen stelling werden hergebruikt bij het herstel van de Kazandmolen in Rumbeke. De maalderij bleef in bedrijf tot begin jaren 1960. Later kwam de sirene van de brandweer bovenop de molenromp. Na 2005 werden conserveringswerken aan de romp uitgevoerd.

Beschrijving van de molenromp

De ongeveer 18 meter hoge molenromp is opgebouwd uit rode verankerde baksteen (formaat 21,5 x 5,5 x 9,5 cm). Aan de basis is de muur 70 cm breed. Kenmerkend zijn het geschrankte schema van de muuropeningen, de sporen van de vroegere metalen stelling en de uitkragende borstwering met stellinggaten (onder de verdwenen kap). Hoewel de molen in een erg gelijkend baksteentype werd verhoogd, tekent zich toch een verschil in verwering af. De (licht) getoogde (begane grond en deuren, ook ter hoogte van de vroegere stelling) en rondbogige muuropeningen zijn gevat onder strek met druiplijst. In de oude romp van 1834 werden enkele getoogde muuropeningen dichtgemetseld en vervangen door een kleiner getoogd of rondboogvenster. De bovenste zolder of luizolder herkent men aan kleinere halve rondboogvenstertjes. De vensters zijn ingevuld met ijzeren ramen met rechthoekige roedeverdeling, en bij de rondboogvensters bijkomend een waaiervormig bovenlicht.

In het interieur is de vroegere indeling met vijf houten zolders nog afleesbaar (sinds 1953 vervangen door zeven betonnen zolders). Op de benedenverdieping bleef de cilinder voor het persen van lijnzaad bewaard.

  • DENYS 1992-1993: Stenen stellingmolens in West-Vlaanderen. Molen Denys in Wevelgem: een dossier van behoud en reconversie tot onderhoud, onuitgegeven verhandeling, Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas, Gent.
  • DEVLIEGHER 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 412-413.
  • S.N. 1996: 100 jaar landelijke gilde Wevelgem, Wevelgem, 174.
  • S.N. 2002: Architectuur in eigen buurt. Gevels en gebouwen in Wevelgem, een kennismaking, Kortrijk, 90-91, 102-103.
  • VANHOUTTE H. (red.) 2010: Wevelgemse molens. Een kroniek, Wevelgem, Culturele Raad, 19-20.
  • VERVENNE J. 1972: Wevelgem in oude prentkaarten, Zaltbommel, afbeelding 29.

Auteurs:  De Gunsch, Ann; Vanneste, Pol; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & Vanneste P. & De Leeuw S. 2020: Site met vlasschuren en molenromp Denys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360085 (geraadpleegd op ).


Vlasschuren en molenromp ()

Vlasschuren, naar verluidt opgetrokken in 1907 en 1913. Trapgevels van rode, verankerde baksteen. Licht getoogde muuropeningen met deels bewaard schrijnwerk. Centraal, drie houten poorten onder ijzeren I-balken. Nummer 108 met bewaarde vlaskamer.

Bakstenen stellingmolen zogenaamd "DENYS" uit 1834. De molen Denys was eerst een houten staakmolen en werd in 1772 afgebroken en vervangen door een stenen molen. Denys was er generaties lang eigenaar van. Tot in 1918 had hij twee lange schoren, na beschadiging in 1918 werd hij grondig hersteld (onder andere nieuwe kap, staart en schoren), toen de molen in 1940 uitbrandde werd er een mechanische maalderij in de romp ingericht. Sinds begin jaren 1960 niet meer maalvaardig. Thans, molenromp (hoogte: circa 18m/breedte muur aan basis: 0,70 m) van rode verankerde baksteen (21,5 x 5,5 x 9,5 cm) met heden verwijderde ijzeren stelling (type Goede Hoop Menen). Licht getoogde en rondbogige muuropeningen met druiplijstjes en ijzeren vensters in geschrankt schema. Binnen zijn de sporen van de vroeger aanwezige vijf houten zolders bewaard. Nu indeling in zeven stenen zolders. Op de benedenverdieping bleef de cilinder voor het persen van lijnzaad bewaard.

Links van de molen, klein stalletje van rode baksteen onder pannen zadeldak. Voorheen met vlaszwingelarij.

  • Dienst voor cultuur van de provincie West-Vlaanderen 2003: Inventaris molenrompen, s.l.
  • S.N. 1996: 100 jaar landelijke gilde Wevelgem, Wevelgem, 174.
  • S.N. 2002: Architectuur in eigen buurt. Gevels en gebouwen in Wevelgem, een kennismaking, Kortrijk, 90-91 en 102-103.
  • VERVENNE J. 1972: Wevelgem in oude prentkaarten, Zaltbommel, afbeelding 29.

Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wevelgem, Deelgemeenten Wevelgem, Gullegem en Moorsele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL15, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & De Leeuw S. 2005: Site met vlasschuren en molenromp Denys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/70988 (geraadpleegd op ).