Teksten van Neoclassicistisch herenhuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7099

Neoclassicistisch herenhuis ()

Historiek en context

Neoclassicistisch herenhuis oorspronkelijk in half open bebouwing, te dateren omstreeks 1850. Het gebouw werd uitgebreid met een vestibule en koetspoort, een nieuwe traphal en achterbouw, naar een ontwerp door de architect Victor Lebens uit 1910. Opdrachtgever van deze werken, die ook de aanpassing van de gevel inhielden, was de industrieel Herman Ciselet (1860-1938), echtgenoot van Leontine Johnen (†1954). Ciselet was voorzitter van meerdere bedrijven in de cementindustrie, Cannon Brand Artificial Portland Cement Works C°, Ciments de l'Europe Orientale en Ciments Portland de Konstantinofka. De vier zonen van het echtpaar, Marcel, Robert, Maurice en Charles, geboren tussen 1890 en 1894 namen tijdens de Eerste Wereldoorlog als vliegeniers dienst in het Belgisch leger, en twee van hen sneuvelden in luchtgevechten.

Na de verbouwing van het hotel, liet Herman Ciselet in 1913 achter in de tuin nog een garage in cottagestijl optrekken naar ontwerp van Victor Lebens. Een project uit 1923 om de koetspoort met een extra verdieping te verhogen en de gevel door te trekken, vond geen doorgang. Het bouwproject Ciselet behoort tot het vroege oeuvre van de architect, die in dezelfde periode ook zijn eigen woning tot stand bracht aan de Jan Van Rijswijcklaan.

Architectuur

In zijn oorspronkelijke vorm beantwoordde het herenhuis aan het klassieke type van de midden-19de-eeuwse, neo-Palladiaanse villa, rechthoekig van plattegrond, drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een schilddak met een blinde attiek als dakruiter. De bepleisterde en beschilderde, horizontaal gelede straatgevel werd geleed door de hoge geboste sokkel met oculi, de puilijst, doorgetrokken lekdrempels en het klassieke hoofdgestel, en gemarkeerd door hoekkettingen, registers van afgeronde vensters, een balkon met balustrade en sluitsteen in de middenas. Het inkomportaal doorbrak centraal in de sokkel de verder nagenoeg blinde zijgevel. Bij de verbouwing van 1910 werd de open doorgang naast de woning overbouwd met een nieuwe vestibule, afgesloten door een rondbogige koetspoort in een omlijsting met maskerkopsleutel en imposten. De bekronende balustrade schermde de nieuwe, achterliggende aanbouw van de traphal af. Van de bestaande gevel werden bossage, hoekkettingen, en balkon verwijderd, de sokkel opengebroken voor souterrainvensters, de afgeronde hoeken van de vensters rechtgetrokken, en een nieuwe cementbepleistering in simili-natuursteen aangebracht, met vlakke vensteromlijstingen voorzien van oren, een sluitsteen en drop. De bewaarde houten koetspoort en de smeedijzeren souterraintralies dateren van deze ingreep.

Oorspronkelijk bood de lage begane grond ruimte aan de vestibule met trappenbordes, de spreekkamer, de keuken met wasplaats en de voorraadkelders. Het kleine en grote salon namen op de bel-etage de straatzijde in, de hal met tuinportaal en – trap, de eetkamer en office, de kleine veranda en bibliotheek de tuinzijde. Op de tweede verdieping bevonden zich vier slaapkamers, de linnenkamer en garderobe. Bij de verbouwing van 1910 werden nieuwe kelders uitgegraven onder de vestibule en de nieuwe inkom- en traphal, die een centrale inplanting kreeg op de begane grond. Eromheen kwamen een vestiaire, een kantoor, een biljartzaal, een eetkamer, aansluitend op de vergrote keuken. Op de bel-etage werd de hal vergroot, een nieuwe bordestrap naar de tuin aangebouwd, de eetkamer en de veranda samengetrokken, en de bibliotheek omgevormd tot office. De tweede verdieping onderging bepekte wijzigingen voor de inrichting van een badkamer.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1910#646, 1913#3808 en 1923#16412.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188305 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Herenhuis van vier traveeën en één en drie bouwlagen, uit eerste kwart 20ste eeuw. Sobere natuurstenen lijstgevel met doorlopende lijsten en lekdrempels. Rechthoekige vensters in bandomlijsting met oren. Links lagere poorttravee met bekronende balustrade. Rondboogdeur met geriemde archivolt opgevangen door diamantkop, gegroefde voluut en pilaster met verdiept paneel, maskerkopsluitsteen.

Bewaard neoclassicistisch interieur.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7099 (geraadpleegd op ).