erfgoedobject

Stedelijk Onderwijsgesticht voor Meisjes 3

bouwkundig element
ID
7100
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7100

Juridische gevolgen

Beschrijving

Stedelijke lagere meisjessschool in beaux-artsstijl naar een ontwerp door stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen uit 1913-1914, opgetrokken in 1922-1925 onder leiding van zijn opvolger Emiel Van Averbeke.

Historiek en context

Het Stedelijk Onderwijsgesticht voor Meisjes 3, de derde betalende meisjesschool in Antwerpen, maakte deel uit van een groter bouwproject dat ook de Stedelijke Kindertuin 21 omvatte. Het L-vormige grondstuk gelegen tussen Lamorinièrestraat en Grétrystraat werd al in 1911 door de stad Antwerpen verworven. Stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen tekende in mei 1913 het voorontwerp en in februari 1914 de definitieve plannen voor het omvangrijke schoolcomplex, maar vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de bouw opgeschort. Emiel Van Averbeke, die de in 1919 overleden Van Mechelen was opgevolgd, nam het project datzelfde jaar opnieuw ter hand. Op basis van een geactualiseerd lastenboek, werd daarbij integraal teruggegrepen naar het ontwerp van 1914. De werken werden bij openbare aanbesteding van 27 april 1922 voor een bedrag van 2.285.183 Belgische frank toegewezen aan de aannemer Victor Merckx-Verellen. Als eerste opende de kleuterschool haar deuren in 1925, gevolgd door de meisjesschool in 1926. Beide instellingen behoorden tot het betalende stedelijk onderwijsnet; de meisjesschool omvatte acht leergangen ressorterend onder het lager onderwijs. Vanaf 1947 huisvestte de meisjesschool de Middelbare Beroepsschool voor Meisjes 4, en vanaf 1958 het Stedelijk Instituut voor Technisch Onderwijs 7 (SITO 7), vandaag het Stedelijk Lyceum Lamorinière.

Alexis Van Mechelen, stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, is vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal op de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat) als in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat). Andere projecten van Van Mechelen die postuum werden gerealiseerd, zijn de Lagere Jongensschool in de Lange Ridderstraat ontworpen in 1912-1919 en opgetrokken vanaf 1923, de Lagere Jongensschool in de Constitutiestraat en de Lagere Meisjesschool 22 met badhuis in de Speerstraat in 1918-1919 kort voor zijn overlijden ontworpen en voltooid in 1927.

Architectuur

De meisjesschool bestaat twee parallelle schoolgebouwen van een gelijkaardig volume, ingeplant aan beide uiteinden van de langgerekte, beboomde speelplaats met luifels uit ijzer en glas. Beide vleugels tellen en souterrain en drie bouwlagen onder een mansardedak. Het complex is achteraan door een tuin gescheiden van de kleuterschool in de Grétrystraat. De voor- en achtergevels hebben een parement uit witte natuursteen met gebruik van blauwe hardsteen voor de kwarthol geprofileerde plint en leien als dakbedekking. Geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, zijn de lijstgevels opgebouwd uit registers van hoge, overwegend rechthoekige vensters, waarvan het schrijnwerk is vernieuwd.

Voorbouw

Het zeven traveeën brede gevelfront van de voorbouw aan de Lamoriniëreststraat, onderscheidt zich door een monumentaal karakter. De compositie beantwoordt aan de klassieke driedeling, opgebouwd uit de geboste sokkel met verdiepte rondboogopeningen, de bovenbouw in kolossale orde geritmeerd door pilasters, en boven de kroonlijst met klossen en tandlijst, de blinde attiek. Medaillons met strik en gekoppelde trigliefconsoles met drop bekronen de pilasters, die doorlopen in de attiek en in de middenpartij de traveeën bundelen. Het kwarthol geprofileerde rondboogportaal met acanthussleutel in de rechter travee, wordt geflankeerd door composiete pilasters, en bekroond door een entablement en een gebogen fronton. De bewaarde smeedijzeren vleugeldeur, volgens het merkplaatje vervaardigd door de Ateliers de Construction Pierre Meeuws uit Antwerpen, ontleent het met rozetten, entrelacs en meanders opgehoogd patroon aan de Lodewijk XVI-stijl. Kleinere medaillons met guirlandes en chutes of onderdorpels sieren de borstweringen van de bovenverdiepingen. De attiek waarvan de postamenten volgens het oorspronkelijke gevelontwerp dienden te worden bekroond met beeldengroepen, heeft een gelijkaardig decor. Hetzelfde opbouwschema kenmerkt de achtergevel, weliswaar met een vereenvoudigde detaillering, gemarkeerd door het afgeronde risaliet van de traphal. Getoogde houten dakkapellen met waterlijst.

Deze vleugel, die in hoofdzaak de bijzondere leslokalen groepeert, en waarvan de traphal wordt ontdubbeld door een diensttrap, biedt volgens de bouwplannen in het souterrain ruimte aan de schoolkeuken met wasplaats, de woonkamer van de conciërge en de toiletten. De begane grond omvat de vestibule, twee directiekantoren, een vestiaire, de projectiezaal en de muziekklas. Op de eerste verdieping bevinden zich de turnzaal met kleedkamer, en op de tweede verdieping twee tekenklassen met bovenlicht, telkens aangevuld met een ‘werkzaal’ en een klaslokaal. Enkel bereikbaar via de diensttrap, herbergt de mansarde drie slaapkamers bestemd voor de conciërge, en een zolder.

Klassenvleugel

De zeven traveeën brede, vrijstaande klassenvleugel heeft een quasi identieke voor- en achtergevel. Volkomen symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede middenrisaliet, dat correspondeert met de centrale circulatiezone. Telkens opgebouwd uit drielichten, wordt dit laatste in de voorgevel gemarkeerd door het steekboogportaal en de bekronende attiek, en in de achtergevel door een gebogen fronton.

De plattegrond is volgens de bouwplannen georganiseerd rond de centraal ingeplante vestibule en traphal, en biedt op de begane grond ruimte aan vier klaslokalen met een gemeenschappelijke vestiaire per twee klassen. De twee bovenverdiepingen en de mansarde omvatten elk vijf klassen en twee vestiaires.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier MA#83912 en 868#317, plannen 326#22450, DWG#6189, 697#4986-4987, 697#4989-4990 en 94#5284-5290.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stedelijk Onderwijsgesticht voor Meisjes 3 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7100 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.