Oorspronkelijk het Bosmanshof, vanaf circa 1622 genoemd naar de familie Cluysemans. De hoeve is één der oudste vestigingen rond Bree; zij ontstond bij de vijver waarin zich de bron van de Boneputterbeek bevindt. Deze beek voedde de grachten van de stadsvesten van Bree. De hoeve was vanaf 1682 tot de Franse Revolutie eigendom van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw ter Riviere van Bree.
De oude kern van de hoeve dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw, zoals aangeduid door de muurankers in de zuidoostelijke zijgevel van het woonhuis. De hoeve staat op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als L-vormig; de daar weergegeven vleugels zijn de noordoostelijke en noordwestelijke vleugel, waarvan het woonhuis toen zeker reeds van steen was. In de loop van de eerste helft van de 19de eeuw werd de zuidoostelijke vleugel gebouwd, die de hoeve haar U-vorm gaf (Atlas van de Buurtwegen, 1845, De Kluize, Ferme); ook het bakhuis bestond reeds in 1845. Mogelijk in de tweede helft van de 19de eeuw werd de hoeve aan de zuidwestelijke zijde door een muur afgesloten; het aanbouwen van recente dienstgebouwen tegen deze muur gaf het geheel zijn huidig, gesloten uitzicht.
De Kluisstraat liep tot de 19de eeuw slechts tot aan de hoeve; de verlenging dateert uit de 20ste eeuw; deze verlenging loopt over het voormalige erf, zodat het bakhuis nu aan de overzijde van de straat ligt.
Bakstenen gebouwen, voorheen witgekalkt, onder zadeldak (mechanische pannen), gegroepeerd rondom een rechthoekig, met Maaskeien geplaveid erf, toegankelijk via een ijzeren hek in de zuidwestelijke zijde.
Achter aan het erf, het woonhuis met links aansluitend een stal. Het woonhuis is het oudste gedeelte; het is een enkelhuis van twee traveeën en één bouwlaag; de oorspronkelijke dakhelling werd, waarschijnlijk in de tweede helft van de 19de eeuw, gewijzigd. Sterk verhoogde begane grond. Smeedijzeren muurankers met krullen. Het venster werd gewijzigd. Lage rondboogdeur (eerste helft van de 17de eeuw) onder een ontlastingsboog van twee rollagen en een platte laag. Zijgevels met aandak; het oorspronkelijke aandak en de vlechtingen van de rechterzijgevel werden verwijderd; smeedijzeren muurankers met het jaartal A 161 (1?). Het rechthoekige venster in de geveltop vervangt een 17de-eeuws venster, waarvan de ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag behouden bleef; voorts recente muuropeningen.
De bij het woonhuis aansluitende stal dateert uit een latere periode, waarschijnlijk uit de tweede helft van de 19de eeuw. Gewijzigde muuropeningen; getoogde stalpoort onder gebogen houten latei, gedeeltelijk gedicht.
De oorspronkelijke dwarsschuur bevindt zich in de vleugel aan de linkerzijde van het erf. Het huidige gebouw heeft een oudere kern, zichtbaar in de zijgevel aan straatzijde: dit was een lager en smaller gebouw, waarvan de zijgevel in de huidige bewaard bleef; mogelijk was dit de oorspronkelijke, 17de-eeuwse schuur. De huidige ordonnantie dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Smeedijzeren muurankers met krullen. Recente muuropeningen; de centrale korfboogpoort werd gedicht. Zijgevel met aandak, vlechtingen, topstuk en schouderstukken.
De dwarsschuur aan de rechterzijde van het erf dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Smeedijzeren muurankers met krullen. Gewijzigde muuropeningen; de centrale korfboogpoort werd gedicht. Zijgevel met aandak, vlechtingen, topstuk en schouderstukken. De achtergevel heeft een dropmotief onder de dakrand.
Ruim bakhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw. Bakstenen gebouw van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen). Baksteenpilasters flankeren de voorgevel; hier werden aandak en vlechtingen verwijderd. Rondboogdeur. Lage bakoven onder zadeldakje tegen de achtergevel.
- MAES S.F., De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie, 1952, pagina 268.
- MAES S.F. - DREESEN J., De geschiedenis van Bree. De parochie, de oude kloosters, Heverlee, 1946, pagina 123.