Zogenaamd kapel van den Heiligendries, genoemd naar de plaats waar de kruisprocessies van Neeroeteren, Opitter en Tongerlo samenkwamen. De kapel was een stichting van Godfried van Huyn zu Geleen, commandeur van de Duitse orde, in 1656. De Sint-Antoniuskapel was de kapel van het gehucht Solt, dat oorspronkelijk deel uitmaakte van de gemeente Gruitrode; het werd in 1970 bij Opitter gevoegd. De kapel ressorteerde steeds onder de Sint-Pietersparochie van Tongerlo. De kapel kende een verering van Sint-Antonius, Sint-Rochus en Sint-Sebastiaan. Waarschijnlijk dateert de huidige kapel, behoudens enkele aanpassingen, uit de 18de eeuw.
Bakstenen kapel van vier traveeën, de laatste travee met schuine wanden als overgang naar het koor van één rechte travee met vijfzijdige sluiting. Zadeldaken (kunstleien). Klokkenruitertje boven de derde travee. Eenvoudige bakstenen steunberen. Getoogde vensters; de vensters van het koor zijn aangepast. Recent portaal aangebouwd tegen de voorgevel; erboven een getoogd venster waarboven een rondboognis met Sint-Antoniusbeeld. Rechts van het portaal een gedenksteen van de gemeente Gruitrode voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog.
Bepleisterd interieur met gedrukt tongewelf.
Mobilair: beeld Sint-Antonius, gepolychromeerd hout (16de eeuw ?); beeld Sint-Cecilia, gepolychromeerd hout; beeld Sint-Rochus, beschilderd hout (17de eeuw ?); beeld Sint-Sebastiaan, beschilderd hout (18de eeuw ?). Het huidige altaar is de voormalige communiebank, eik (eerste helft 19de eeuw).
- GRAUWELS J., De aartsdiakonale visitaties van het dekenaat Maaseik (1646-1726), (Het Oude Land van Loon, 38, 1983, pagina's 217-222).
- WEERD H. VAN DE, Het landdekenaat Eyck. Opglabbeek en Neerglabbeek. Opitter, (Limburg, 6, 1924-25, pagina's 13-20).