Het Hooghuis was in het ancien régime de ambtswoning van de meier van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, dat eigenaar was van Oud-Dilsen, en de zetel van de schepenbank. Het wordt reeds vermeld in 1250. Verwoest in de brand van 1590.
De oude kern is het woonhuis, waarschijnlijk daterend uit de 18de eeuw; naar verluidt staat het jaartal 1740 op een gevelsteen in de zijgevel. Het staat reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1846). Het tegen de linkerzijgevel aangebouwde dienstgebouw dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Het geheel werd grondig gerestaureerd. Het woonhuis is een breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw op verhoogde begane grond. Twee gevelstenen onder de dakrand: ANNO/ 1820/ DEN 8 MEY, waarschijnlijk verwijzend naar een verbouwing of restauratie, en ANNA/ ELISABET[.]A/ PEETERS; een onleesbare gevelsteen, naar verluidt met datering 1740, in de rechter zijgeveltop. Rechthoekige muuropeningen in houten kozijnen. De deur, in de linkerzijgevel, is voorzien van een waaiervormig bovenlicht met houten roeden (tweede helft 18de eeuw); kalkstenen trap. Zijgevels met aandaken en vlechtingen; smeedijzeren muurankers met krullen; drie uilengaten in de rechter zijgeveltop, en een klein, getoogd venster in houten kozijn.
Links, aansluitend bakstenen dienstgebouw van één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), voorzien van een thans gedichte korfboogpoort. Linkerzijgevel met aandak, vlechtingen en topstuk; onleesbare, mergelstenen gevelsteen.
- Wandelen in Dilsen-Stokkem, uitgave van het Stadsbestuur Dilsen-Stokkem.