Geheel van gekoppelde pakhuizen genaamd “Magasins Saint Joseph”, opgetrokken in 1879. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, opdrachtgever, ontwerper noch aannemer zijn gekend. Uitgebrand op 10 juni 1948 werd het complex achter de gevel volledig heropgebouwd naar een ontwerp door de architect Georges Thielens uit 1948. Opdrachtgever was de Société Anonyme "Magasins St. Joseph", vertegenwoordigd door beheerder Emmanuel Bernaerts. Aannemer Algemeene Ondernemingen Simons uit de Langegang voerde de werken in 1949-1950 uit. De oorspronkelijk houten binnenconstructie maakte daarbij plaats voor een skeletstructuur in rastervorm uit gewapend beton. Het betrof een vijfzijdige, in een punt toelopende constructie die nu het volledige perceel besloeg, ontsloten door drie traphallen en vier hijskokers. Verder kreeg het complex een extra halve verdieping. De "Magasins Saint Joseph" ondergingen een ingrijpende renovatie tot rustoord met 74 kamers, naar een ontwerp door de ingenieur-architect Emiel Roefs uit 1989-1991, uitgevoerd na het verkrijgen van de bouwvergunning in 1992. Het complex werd in 2014 omgevormd tot studentenkamers.
Met een gevelbreedte van achttien traveeën omvatte het complex oorspronkelijk drie bouwlagen, en sinds 1949 drie en een halve bouwlaag. Bij de verbouwing tot rusthuis werden de tweede en de halve derde verdieping heringedeeld tot twee bouwlagen van gelijke hoogte, met wijziging van de gevelordonnantie. De lijstgevel is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels, en witte natuursteen voor het omlopende lijstwerk boven de muuropeningen, de gevelsteen en verluchtingsgaten. Symmetrisch van opzet en gemarkeerd door hoekrisalieten van drie traveeën, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Oorspronkelijk werd de begane grond geopend door gekoppelde steekboogpoorten, en beide bovenverdiepingen door getoogde luiken op individuele lekdrempels, alle geaccentueerd door omlopend lijstwerk tot op imposthoogte. Per drie traveeën onderscheidde de middenas zich telkens door lagere laadluiken. Verluchtingsgaten, één per verdieping, doorbreken de penanten, en een gevelsteen met de inscriptie “S. JOSEPH” markeert de middenas. Van 1949 dateren de drie hoge inrijpoorten (vandaag glaspuien) ter breedte van elk twee traveeën. De opstand onderging een ingrijpende wijziging bij de renovatie tot rusthuis, zodat enkel het lijstwerk nog de oorspronkelijke ordonnantie van de tweede verdieping aangeeft.