Teksten van Burgerhuis De Gulden Spoor

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7125

Huis De Gulden Spoor ()

Tussen de witgeschilderde, bepleisterde lijstgevels die de standaardbebouwing van de Lange Herentalsestraat uitmaken, springt Huis De Gulden Spoor sterk in het oog met de rijkelijk versierde trapgevel in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Deze woning werd in 1906 ontworpen door Jos Bascourt voor Clement De Roover- Van Wijngaerde, een klant voor wie hij in 1902 in Brasschaat al een villa ontwierp. Drie jaar na de realisatie worden twee platen in het tijdschrift L’Emulation gepubliceerd, wat getuigt van de appreciatie van de toenmalige architectuurcritici. In 2005 werd de woning beschermd als monument omwille van zijn artistieke waarde, als kenmerkend pand binnen het oeuvre van Jos Bascourt.

De woning telt twee traveeën en vier bouwlagen onder een leien zadeldak, waarvan de nok loodrecht op de straat is gericht, verwijzend naar de bouwwijze van de traditionele diephuizen. De gevel is een toonbeeld van de neo-Vlaamserenaissance-stijl, en werd opgevat als een traditionele spitse trapgevel met acht trappen en overhoeks geplaatste fioelen. Boven een natuurstenen sokkel staat een gevel in bak- en zandsteen. Het geheel wordt verlevendigd dor natuurstenen banden en sierankers. Het gelijkvloers is van de verdieping gescheiden door een brede natuurstenen band met gebeeldhouwde kransen die als borstwering onder de ramen van de verdieping fungeert. De twee ramen van de verdieping worden enkel gescheiden door een zwaardere tussenstijl. Hierdoor wist hij een grote bijna gevelbrede raampartij te ontwerpen die toch past binnen de wetmatigheden van de neotraditionele stijl. Boven de inkom met korfboog is een banderol aangebracht met de huisnaam. Merkwaardig is nog het beeld van Jules Weyns naast de inkom met de voorstelling van een Vlaamse ridder ten voeten uit, met zwaard en gulden spoor op hoge versierde, overhoekse sokkel. Voorts ruitvormig paneeltje eveneens met afbeelding van een gulden spoor.

De keuze voor de neo-Vlaamserenaissance-stijl is een evidentie binnen het oeuvre van Bascourt, die door zijn opleiding en contact met bouwmeesters Winders, Dieltiens en Blomme zeer vertrouwd was met de stijl. Zijn eerste werken, in de jaren 1880, waren allemaal in deze stijl ontworpen. Later, met de opkomende art nouveau en door zijn opdrachten in Zurenborg, ontwikkelde Bascourt een eigen art-nouveaustijl, met oriëntaliserende invloed. Naar het einde van zijn periode op Zurenborg sprak de art nouveau hem hoe langer hoe minder aan. Zijn laatste werken in deze stijl zijn de woning in Borgerhout op Laar 30 uit 1907 en de Villa Saxonia in Schoten uit 1908. Vlak daarvoor, in 1906, ontwierp hij het De Gulden Spoor, waarmee hij teruggrijpt naar de stijl waarmee hij zijn carrière begon en deze in dit werk ook ten top drijft. De neo-Vlaamse renaissance werd vanaf 1850 gepromoot als de nationale stijl bij uitstek van het jonge België, omdat ze teruggreep naar elementen uit de Vlaamse renaissance, de periode die toen als meest roemrijke culturele fase van Vlaanderen werd geapprecieerd. Omstreeks 1900 was de bouwstijl uitgegroeid als symbool van de Nederlandstalige, Vlaamse liberalen, die zich tegenover de Franstalige traditionele politiek positioneerden. De verwijzing naar de Guldensporenslag in de huisnaam en het beeldhouwwerk aan de voorgevel, spreken deze Vlaamse gezindheid van de opdrachtgever duidelijk uit. In het interieur van de woning, in een rijkelijke neo-Vlaamserenaissance-stijl ingericht, vinden we nog elementen terug van deze politieke strekking.

De plattegrond die in het bouwdossiers is ingesloten toont ons de indeling in een klassieke enfilade van drie kamers. Naast de eerste twee kamers een de gang, naast de derde een veranda, aansluitende een bijgebouw en koer. In het souterrain vinden we een spreekkamer, wijnkelder, provisiekelder en keuken voor personeel. Op het gelijkvloers, een voorzaal, eetzaal en veranda, met achteraan een zitplaats en wintertuin. Op de eerste verdieping twee slaapkamers en achteraan een badkamer. Op de tweede verdieping nog twee slaapkamers, en op de mansarde ten slotte twee kleine meidenkamertjes.

Het interieur van het gelijkvloers is rijkelijk uitgewerkt met verschillende neo-Vlaamserenaissance-elementen, met donkere houten lambriseringen en balkenroostering, zware haarden in hout en marmer, decoratieve elementen in Hans Vredeman de Vries-stijl, een grote beschilderde wandbespanning, goudleder en zo meer. Voor- en middenkamer worden van elkaar gescheiden door een boog met aan beide zijden een opschrift, vanuit de voorkamer leest men "Plant uw hof naar ’t u belieft / Bouw uw huis naar ’t u gerieft / En door ’t venster wyze guyt / Lach deez zotte wereld uyt." Vanuit de middenkamer leest men "Mijn Vlaanderen heeft een eigen taal / God gaf elke de zyne / En laat ze ryk zyn laat ze kaal / Z’is Vlaamsch en z’is de myne."

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1906 # 1151.
  • Agentschap onroerend erfgoed, Beschermingsdossier DA002378, 2005.
  • L'Emulation, 1909, Platen 68-69.
  • DE LATTIN A. 1979: Beroemde medeburgers, Antwerpen-Amsterdam, 105.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent) 34, 49.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Hooft E. 2013: Burgerhuis De Gulden Spoor [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149351 (geraadpleegd op ).


De Gulden Spoor ()

De Gulden Spoor(zie opschrift), enkelhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl onder leien zadeldak (nok loodrecht op de straat), naar ontwerp van Jos Bascourt (1862-1927)(inscriptie), van 1906 (zie B. Vanhove).

Bakstenen diephuis van twee traveeën en drie verdiepingen + trapgevel met acht traveeën en overhoekse fioelen. Gebruik van zandsteen voor de sokkel, fries met omkranste schildjes onder geprofileerd kordon, lekdrempels, stijlen en doorlopende banden. Sierankers. Kruis- en bolkozijnen met geprofileerde dorpels en stijlen. Begane grond met groot, betralied kruiskozijn waarvan vierdelig bovenvenster voorzien van glas in lood. Geprofileerde korfboogdeur onder banderol met huisnaaam. Opvallende geveldecoratie naar ontwerp van J. Weyns: "Vlaamse" ridder met zwaard en gulden spoor op hoge versierde, overhoekse sokkel, voorts ruitvormig paneeltje eveneens met afbeelding van een gulden spoor.

  • DE LATTIN A., Beroemde medeburgers, Antwerpen-Amsterdam, 1979, p.105.
  • L'Emulation, 1909, Platen 68-69.
  • VANHOVE B., De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 1978, p. 34, 49.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis De Gulden Spoor [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7125 (geraadpleegd op ).