Teksten van Twee appartementsgebouwen in art-decostijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7128

Twee appartementsgebouwen in art-decostijl ()

Dit ensemble van twee art-deco- appartementsgebouwen werd in 1926 ontworpen door architect Ernest Nagels. Over Nagels, wiens loopbaan kort vóór de Eerste Wereldoorlog van start ging en naam maakte tijdens het interbellum, is tot nog toe weinig bekend. In zijn weinige gekende bouwprojecten uit deze periode, paste hij de art deco consequent toe. In de Lange Kievitstraat werd tijdens het interbellum zeer veel nieuwbouw gerealiseerd. Meestal ging het echter om panden in een veel minder verzorgde architectuur en met ateliers of werkplaatsen als achterbouw.

Het ensemble bestaat uit twee appartementsgebouwen met een constructie uit gewapend beton, met dezelfde bouwhoogte (vijf bouwlagen) en in een aansluitende stijl. Nummer 4 werd gebouwd in opdracht van advocaat Jules Geyen, wonende in de Quinten Matsijslei 32. Nummer 6 werd ongeveer gelijktijdig opgetrokken voor rekening van handelaar Hugo Schaetzer-Leemans, wonende in de Lange Kievitstraat 26.Gezien de grote appartementen op de eerste twee bouwlagen en de hoge graad van afwerking, is het mogelijk dat de opdrachtgevers ook zelf in deze gebouwen kwamen wonen.

Het rechter pand op nummer 4 is een pand met een grillige plattegrond. De voorbouw heeft een rechthoekige plattegrond, de achterbouw echter, achteraan het perceel, is overhoeks tegenover de straat geplaatst, daarmee de grenzen van het perceel volgend dat door de ligging op de hoek van het bouwblok zo is gevormd. Het pand bestaat uit een kelderverdieping, een lage tussenverdieping en vier etages. In de kelderverdieping is een autobergplaats ondergebracht, en andere bergruimtes. Op de lage begane grond zit in de rechter travee de doorgang naar de garage in de kelder. In de linker travee een bureel en toilet; achter garage en bureel zit een grote inkomhal en doorgang naar de lift, achteraan keuken, badkamer en kamers. Op elke verdieping is een drieslaapkamerappartement geïnstalleerd, met vooraan de woonkamer, daarachter de traphal en de lift, en aan de achterkant een nachthal met drie slaapkamers, toilet en badkamer. Tussenin de keuken.

De woning kreeg een verzorgde, originele lijstgevel in art-decostijl. De onderbouw (begane grond en tussenverdieping) is bekleed met hardsteen en bevat twee mijterboogvormige brede inkomportalen met grote bovenlichten die tevens de tussenverdieping verlichten; het art deco ijzerwerk in deur en bovenlicht is vermeldenswaard. Tussen de twee deuropeningen, een hardstenen pilaster waarvan het zware kapiteel de verticaal over de bovengevel doorlopende erker ondersteunt. Parement van de bovengevel in gele baksteen, met bovenaan en gecementeerde strook en een tandfries onder de kroonlijst. De erker bepaalt de gevel: het is een massieve uitbouw met hardstenen bekleding en met muurvelden ingevuld met geglazuurde baksteen; ter hoogte van de derde verdieping vernauwt de erker tot een driezijdig bow window, bekroond met een ijzeren balkon voor de bovenverdieping, waar twee rechthoekige deurvensters zijn. De detaillering van de gevel is grotendeels bewaard: ijzerwerk, heterogeen materiaalgebruik in het parement, houtwerk, glas in lood, maar is op de begane grond aan herstelling toe.

De woning op nummer 6 heeft een gelijkaardig parement, dat door een gele overschildering en brandschade het originele veelkleurige en afwisselende materiaalgebruik verbergt. De indeling van deze woning is gelijkaardig aan nummer 4. In de kelder zit een keuken en opslagplaatsen. De begane grond heeft links een bureel en rechts een garage, waarachter zich de trapzaal en de hal bevinden. Achteraan twee kamers en een koer. De eerste verdieping is uitgewerkt als bel-etage, met een salon een eetkamer aan straatzijde, en hal, slaapkamer en badkamer aan de achterkant. Deze onderste bouwlagen vormen één wooneenheid. Op de verdiepingen telkens een afzonderlijk appartement met twee slaapkamers.

De gevel van dit pand is tweeledig opgebouwd, met accent in de rechtertravee met een erker op tweede en derde bouwlaag en een bekroning door een lage topgevel. Per bouwlaag, die gekoppelde, al dan niet in erker opgenomen rechthoekige vensteropeningen. De linkertravee is met een eenvoudige kroonlijst afgewerkt; per bouwlaag twee gekoppelde rechthoekige vensteropeningen. Het fijne schrijn- en ijzerwerk is grotendeels vervangen. De hardstenen sokkel en erker zijn overschilderd; de witte baksteen van de bovengevel is nog zichtbaar.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1926 # 23206, 1926 # 23207.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2013: Twee appartementsgebouwen in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/146073 (geraadpleegd op ).


Flatgebouw ()

Flatgebouw in art-decostijl, uit het tweede kwart 20ste eeuw. Deels gecementeerde baksteenbouw van drie traveeën en vijf verdiepingen, gemarkeerd door erkers en balkons, laatstgenoemde met ijzeren leuningen, arduinen pui. Middentraveeën hoger opgaand in driehoekig pseudofronton. Rechthoekige vensters en deuren, laatstgenoemde onder bovenlichten met afgeschuinde hoeken.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Twee appartementsgebouwen in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7128 (geraadpleegd op ).