Oorspronkelijk eigendom van de familie de Lintermans. Het goed werd in 1802 verkocht aan verschillende personen, de hoeve kwam in het bezit van Arnold Driessen-Dieters, pachter van het “Kloosterhof”. Belangrijke hoeve met losstaande bestanddelen, als dusdanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Uit deze periode bleven geen resten bewaard. Het oudste gedeelte is de dwarsschuur/stal aan de zuidzijde van het erf, een bakstenen gebouw onder zadeldak (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. De gevel aan erfzijde werd volledig gewijzigd. De gevel aan straatzijde is voorzien van een baksteenfries. Zijgevel met vlechtingen, het aandak werd verwijderd.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)