Twee resterende panden van een symmetrisch geheel van vijf burgerhuizen in neoclassicistische stijl, naar een ontwerp door de architect Théophile De Grooff uit 1877, voltooid in 1878. Opdrachtgever was de heer Ed. Nyssens, vennoot van de firma Nyssens Frères die handelde in ‘tabacs en feuilles'. In 1879 volgde nog een bouwaanvraag voor een zesde woning op het aanpalende perceel (Lange Leemstraat 244), maar in plaats daarvan liet Nyssens in 1880 door De Grooff op de hoek van Lange Leemstraat en Lamorinièrestraat, het winkelpand “In Prado” en twee burgerhuizen optrekken. Later in de jaren 1880 volgden verbouwingen aan de bedrijfsgebouwen van Nyssens Frères in de Kammenstraat. De overige panden op nummers 236, 238 en 242 werden volledig verbouwd of gesloopt voor nieuwbouw.
Het ensemble behoort tot het vroege oeuvre van Théophile De Grooff, die in Antwerpen actief was van midden jaren 1870 tot omstreeks 1890. Midden jaren 1880 lijkt de architect zich permanent in Ekeren te hebben gevestigd, waar hij vervolgens enkele openbare gebouwen realiseerde, te beginnen met de Rijkswachtkazerne uit 1887. Waar De Grooff voor zijn ontwerpen in Antwerpen uitsluitend een neoclassicistisch idioom hanteert, onderscheiden zijn realisaties in Ekeren en het kasteel “Starrenhof” uit 1881 in Kapellen zich door een pittoreske neo-Vlaamserenaissance-stijl.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën omvatten de rijwoningen twee bouwlagen en een mezzanine onder zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels, oorspronkelijk met schijnvoegen op de begane grond, worden geleed door kordonvormende lekdrempels en waterlijsten, en beëindigd met een houten kroonlijst op klossen. Verder zijn de opstanden opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in vlakke omlijsting, de mezzaninevensters met lekdempel.
Nummer 240 onderscheidt zich als het middenpand van de compositie door een rijker geveldecor, getoogde mezzaninevensters, en een gebogen pseudo-fronton op uitgelengde consoles als bekroning van de middenas. De bovenvensters worden bekroond door waterlijsten en rolwerkcartouches, in de middentravee met het bouwjaar “A. 1878”; de rolwerkcartouche onder het fronton draagt de initialen EN van bouwheer Ed. Nyssens. Behouden gietijzeren vensterleuningen; tot winkelpui verbouwde begane grond.
Nummer 244 is het enige overblijvende van de vier rijhuizen, die het middenpand twee aan twee flankeerden. Voluutsleutels accentueren hier de eerste verdieping. De benedenvensters werden vermoedelijk op het einde van de 19de eeuw vervangen door een winkelraam in een neoclassicistische houten omlijsting met pilasters en entablement. Behouden inkomdeur met smeedijzeren waaier, en gietijzeren vensterleuningen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/180136 (geraadpleegd op ).
Burgerhuis van drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder pannen zadeldak, in eclectische stijl van 1878 (zie datering op paneel). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel beëindigd door kroonlijst met tandlijst en gebogen fronton op bewerkte consoles boven middentravee. Rijker uitgewerkte eerste verdieping met omlijste diamantkop of paneel (datering) onder gestrekte waterlijst boven rechthoekige vensters in bandomlijsting, ijzeren leuninkjes. Bovenste verdieping met kleinere steekboogvensters, cartouche met initialen EN. Recente winkelpui.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7152 (geraadpleegd op ).