Twee spiegelbeeldig gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen van telkens twee lichtjes vooruitspringende traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, volgens bouwaanvraag opgetrokken naar ontwerp van architect Frans Karel Stuyck, voor rekening van mevrouw A. Verhoeven (bouwaanvraag van 28 maart 1899 en toelating van 1 mei 1899). Het meer uitgewerkte nummer 278, eveneens naar ontwerp van Stuyck, met identieke opdrachtgeefster en van hetzelfde bouwjaar, werd afgebroken en - behalve de hardstenen onderbouw - vervangen door nieuwbouw uit de jaren 1950-1960.

Bepleisterde en beschilderde baksteenbouw op een blauwe hardstenen sokkel met telkens één getralied rechthoekig keldergat en één voetenschraper naast de deur in de uiterste travee; verhoogde begane grond met imitatievoegen. Bewaard houtwerk bij 280, aangepast bij 282. Gevelversiering door horizontaliserende kordonvormende lekdrempels, spiegels boven de onderbouw, van diamantkoppen en spiegels voorziene puilijst en bekronend entablement met spiegels op de fries, geprofileerde kroonlijst met tandlijst. Rechthoekige muuropeningen in geprofileerde omlijstingen, op de verdiepingen voorzien van T-vormige ramen en behouden sierlijke ijzeren borstweringen.