In de volksmond "Het Geutje" genoemd. Voor het eerst vermeld als jeneverstokerij in 1763. In de 19de eeuw eigendom van Julien Kösters,geboren te Maaseik in 1815 en burgemeester van Rotem van 1862 tot 1878. Hij baatte in de gebouwen een jeneverstokerij uit.
Belangrijk, gesloten complex, reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1846). Achteruit gelegen ten opzichte van de straat en er door een oprit mee verbonden; deze oprit is aan straatzijde geflankeerd door twee hardstenen pijlers. Bakstenen gebouwen, gegroepeerd rondom een rechthoekig erf. De gebouwen hebben een oudere kern, mogelijk uit de 18de eeuw, te oordelen naar de hergebruikte, smeedijzeren muurankers. Het huidige uitzicht dateert echter uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Woonhuis aan de oostzijde van het erf. Geelgeschilderd bakstenen breedhuis van zeven traveeën en twee bouwagen onder zadeldak (kunstleien en Vlaamse pannen). Steunberen tussen de traveeën op de eerste bouwlaag. Rechthoekige beluikte vensters in houten kozijn. Rechts van het woonhuis, de korfboogvormige inrijpoort. De dienstgebouwen tellen anderhalve bouwlaag en zijn op de zolderverdieping voorzien van halfronde vensters. Zadeldaken (Vlaamse pannen). Het noordelijk dienstgebouw is voorzien van twee rondboogpoorten, waarvan de rechtse gedicht. Voorts een getoogde deur en twee gekoppelde getoogde deuren waarboven een halfrond venster. Ten westen een dwarsschuur, voorzien van twee getoogde poorten. Ten zuiden een dienstgebouw, voorzien van getoogde benedenvensters en twee rechthoekige deuren in hardstenen omlijsting.
- Wandelen in Dilsen-Stokkem, uitgave van het Stadsbestuur Dilsen-Stokkem.