Burgerhuis in klassiek geïnspireerde eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de heer F. Greef, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1910.
Het hotel Greef, verwant met de woning Brouwers in de Lange Lozanastraat, behoort tot de vroegste gezamenlijke realisaties van Léopold De Coninck en Maurice Potié, die zich pas op 1 februari 1909 officieel hadden geassocieerd. Het succesvolle architectenbureau was bijna drie decennia lang in bedrijf, tot het terugtreden van De Coninck wegens gezondheidsredenen in oktober 1937. Vóór de Eerste Wereldoorlog legden zij zich zowel toe op het klassieke burgerhuis in beaux-artsstijl, als op de pittoreske cottagevilla, die in de jaren 1920 zowat hun handelsmerk zou worden, met alleen in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" meer dan veertig realisaties.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijsgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en axiaal van opzet, legt de compositie de klemtoon op het geblokte middenrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een aediculavenster met pilasters, entablement en gebroken, gebogen fronton, en een balkon met doorgetrokken balustrade op uitgelengde consoles. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de eesrte verdieping in vlakke omlijsting met oren, drop, hanekam en balustrade, op de twee verdieping met trigliefsleutel tussen guirlandes en onderdorpel. Het overige geveldecor, de menaderfries op de begane grond en de guirlandes met strik in het risaliet, is ontleend aan het neo-Grec en de Lodewijk XVI-stijl. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste houten kroonlijst met klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen wordt de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer, veranda met bovenlicht en overdekt terras, op de begane grond geflankeerd door de vestibule, de traphal en de keuken. Beide bovenverdiepingen omvatten twee slaapkamers en een kabinet, met een extra kamerje in de achterbouw op de eerste verdieping.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#496.