Margarinefabriek met woning in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van de firma Albers Creameries Limited, naar een ontwerp door de architecten Daniël Rosseels en Joan Coninck Westenberg uit 1905.
Het van oorsprong Nederlandse Albers Creameries Limited, werd opgericht door Willem Albers (1813-1895), en voortgezet door diens zoon François Albers (1842-1913). De fabriek met vestigingen in Grave later Dordrecht en Londen, ging in 1875 van start met de productie van kunstboter of margarine. In 1908 verkocht François Albers zijn bedrijf aan Anton Jurgens Margarinefabrieken uit Oss, dat in 1929 zou opgaan in Unilever. Vermoedelijk bleef de margarinefabriek in Antwerpen tot dan onder de oude firmanaam Albers Creameries Limited in productie. Sinds 1937 is hier Confiserie Roodthooft gevestigd, een bedrijf opgericht in 1925 door het echtpaar Louis Roodthooft-Stoop, vooral bekend als producent van de Caramella Mokatine.
Albers Creameries Limited behoort tot de belangrijkste gezamenlijke realisaties van Daniël Rosseels en Joan Coninck Westenberg, die geassocieerd waren van 1904 tot 1906. Na het huwelijk van Rosseels met de zus van Coninck Westenberg in 1904, besloten beide beginnende architecten een gezamenlijke praktijk te vestigen in “Het Klaverblad” aan de Cogels-Osylei, de kunstenaarswoning van vader Jaak Rosseels. Toen Coninck Westenberg in 1906 op zijn beurt in het huwelijk trad, associeerde hij zich met de broer van zijn echtgenote, de architect Florent Vaes. Rosseels bouwde vervolgens een zelfstandige carrière uit, maar zou in 1923 op 41-jarige leeftijd overlijden. Het succesvolle architectenbureau Vaes en Westenberg, hield stand tot 1914, waarna beiden tijdens het interbellum hun eigen weg gingen. Tijdens hun drie jaar durende samenwerking lieten Rosseels en Coninck Westenberg zich opmerken met naar stijl uiteenlopende realisaties als het hotel Pieter Rosseels in neo-Vlaamserenaissance-stijl uit 1904 in de Schuttershofstraat, een drietal burgerhuizen in art-nouveaustijl uit 1905 in de wijk Zurenborg, en het hotel De Laet in neorococostijl in de Wijngaardstraat. In 1908 werkten beide architecten op initiatief van Rosseels nog een laatste maal samen voor een woningencomplex in art nouveau op de rotonde van de Bosmanslei. De volgende jaren legden Rosseels en de associés Vaes en Coninck Westenberg zich nog uitsluitend toe op beaux-arts- en cottage-architectuur.
Het complex omvat een voorbouw met kantoren, woning en inrijpoort aan de straat, en een dubbel zo breed fabrieksgebouw met aanhorigheden op het achterliggende perceel. Volgens het eerste ontwerp waarmee in januari 1905 een bouwaanvraag werd ingediend, had Albers Creameries Limited aanvankelijk de bedoeling de voorbouw over de volledige breedte van het perceel door te trekken. Prestigieuzer van opzet, vormde het gevelfront daarbij een symmetrische compositie, met het hoofdportaal in de middenas, en een directeurswoning als pendant aan de linkerzijde. Het tweede, uitgevoerde ontwerp ingediend in mei 1905, reduceerde de voorbouw echter tot de helft, met beperkte wijzigingen aan de gevelcompositie. De art nouveau die Daniël Rosseels en Joan Coninck Westenberg voor Albers Creameries Limited ontwikkelden, draagt de sporen van de vroege architectuur van Hendrik Petrus Berlage uit de late jaren 1890. Overeenkomsten met de gebouwen van de Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente en van De Nederlanden van 1845 te Amsterdam, zijn onmiskenbaar. Bedoeld als publicitair uithangbord voor het bedrijf, verwijst het geveldecor van overwegend boterbloemen naar de geproduceerde margarine, destijds vermoedelijk nog op basis van dierlijke vetten.
Met een gevelbreedte van zes traveeën omvat de voorbouw drie bouwlagen, de linker helft onder een plat dak, de rechter helft onder een steil zadeldak met de nok loodrecht op de straat. Het gevelfront heeft een parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, met overvloedig gebruik van witte natuursteen en blauwe hardsteen voor de pui, dorpels, hoekblokken en speklagen, de kroonlijst, dekstenen en ornamenten. Typische details vormen de ijzeren lateien van de pui, de gesmede sierankers in bloemvorm, en de contrasterende lagen rode baksteen die de ontlastingsbogen accentueren. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de hoog oprijzende puntgevel, die de rechter helft van het gevelfront uitmaakt. Geleed door een fries met boterbloemen en distels in hoogreliëf, is de geveltop afgewerkt met schouderstukken en hogels, in de punt het logo van Albers Creameries Limited onder de vorm van een grote gestileerde A, en als topstuk twee gekoppelde boterbloemen. Het gebogen trappenhuis met ingesnoerd, koepelvormig topstuk, uitkragend op getrapte korbelen, markeert de overgang tussen beide gevelhelften, grosso modo ter hoogte van de middenas. Eenvoudiger van opzet, met een grotere regelmaat in de compositie, is de linker helft van het gevelfront, die zich vooral onderscheidt door de hoge, blinde attiek. Gevat tussen postamenten en uitkragend op korbelen, bestaat het decor hier eveneens uit boterbloemen en distels. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige of licht getoogde vensters op lekdrempels met spuwer, een rondboogvenster in de top, inkomdeuren in de eerste en de vierde travee ter hoogte van het trappenhuis, en een open doorgang naar de fabriek uiterst rechts. Het houten schrijnwerk van beide inkomdeuren en de vensters met typische roeden en kleurrijke, floraal geïnspireerde glas-in-loodramen in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren deurwaaiers, keldertralies en de opmerkelijke koetspoort met een typisch art-nouveaupatroon. Op beide blinde zijgevels in de poortdoorgang zijn sporen zichtbaar van vervaagde reclamemuurschilderingen voor confiserie Roodthooft.
Bij de voorbouw sluit de fabriek aan, een langgerekte constructie uit baksteenbouw met ijzeren lateien, één tot drie bouwlagen hoog en veertien traveeën lang, de middenvleugel geleed door steunberen en verhoogd met bovenlichten, de hoger opgetrokken achtervleugel gemarkeerd door een middenrisaliet met rondboog. Een fabrieksschouw geeft de stookplaats aan, en achteraan op het perceel bevindt zich een stallingen- en pakhuisvleugel van twee bouwlagen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Albers Creameries Limited [online], https://id.erfgoed.net/teksten/180942 (geraadpleegd op ).
Woonhuis en fabriek in art nouveau, in 1905 gebouwd als margarinefabriek zogenaamd "Albers Creameries" met magazijn, paardenstal, burelen en woning naar ontwerp van D. Rosseels en J. Coninck Westenberg, sinds 1937 zogenaamd "Confiserie Roodthooft".
Witte bakstenen lijst- en puntgevel van totaal zes traveeën en twee bouwlagen onder plat dak en pannen zadeldak (nok loodrecht op straat); natuurstenen pui onder ijzeren balk, natuurstenen banden, lekdrempels en gevelbekroning, sierankers. Markante gebogen deurtravee die overgang vormt tussen lijst- en puntgevels.
Sierlijke decoratie met gestileerde bloem- en palmetmotieven (gevelbeëindiging). Rechthoekige en getoogde vensters, rondboogvenster in top. Rechthoekige poort naar de fabriek.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Albers Creameries Limited [online], https://id.erfgoed.net/teksten/7164 (geraadpleegd op ).