Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van Jacques Parren, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1909, uitgevoerd in 1910. Tot het bouwproject behoorde ook het achteraan aanpalende winkelhuis in de De Marbaixstraat, dat de paardenstal van het burgerhuis incorporeert. De bouwheer valt mogelijk te identificeren met de Nederlandse vetsmelter Ernest Jacob Hubert Parren (°Thorn, 1864), in Antwerpen gevestigd sinds 1883, en in Chicago gehuwd met Rebecca Israëls (°Groningen, 1874) in 1894. In het bouwblok gevormd door Lange Lobroekstraat, De Marbaixstraat en Ceulemansstraat realiseerde De Weerdt vermoedelijk zeventien individuele bouwprojecten, waarvan vier voor eigen rekening, goed voor in totaal vijfentwintig panden.
Het burgerhuis Parren is representatief voor het oeuvre van Jacques De Weerdt uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde de architect alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, overwegend in art-nouveau- of neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Deze architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (pannen). De halsgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plastisch bewerkte plint, de geprofileerde puilijst en lekdrempels, en witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, delen van de erker, het balkon, reliëfs, sluit-, kraag-, dekstenen en topstukken. Het art-nouveau-karakter berust op de profilering, lijnvoering en vormgeving van de hard- en natuurstenen onderdelen, de gebeeldhouwde ornamentatie, het schrijn- en smeedwerk, verwant met de architectuur van Victor Horta. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die verbreed in de bovenbouw en uitmondt in de halsvormige geveltop. De eerste verdieping wordt gemarkeerd door een rechthoekige erker met afgeronde hoeken op uitgelengde mascaronconsoles. Deze is op de eerste verdieping geïntegreerd in een gevelbreed balkon, en heeft als bekroning een tweede balkon op trompen, beide met postamenten en smeedijzeren borstweringen in zweepslagstijl. De tweede verdieping wordt geritmeerd door lisenen met topstuk, op de hoeken met een vrouwenhoofd als kraagsteen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit korfbogige deur- en vensteropeningen met een spitse ontlastingsboog en sluitsteen. De lekdrempels, doorgetrokken en geprofileerd op de begane grond en halfrond op de tweede verdieping, zijn voorzien van spuwers. Een medaillon met het bouwjaar “1910” en reliëfs met bladranken accentueren de geveltop, die wordt bekroond door een golvende waterlijst met een breed geprofileerd, kwarthol beloop. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur met siersmeedwerk en de guillotineramen van de begane grond is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, in de achterbouw geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc. De getrapt terugwijkende bovenverdiepingen omvatten respectievelijk vier en drie kamers elk met een zijkamertje aan de straat. Het dakniveau herbergt twee mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1909#2157; vreemdelingendossier 994#4682.
- VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede , onuitgegeven verhandeling Rijksuniversiteit Gent, 91.
- VELDEMAN M. 1986: Art Nouveau-architectuur in Groot-Antwerpen, Gazet van Antwerpen, 24 oktober, 26.