Burgerhuis in art-nouveaustijl, voor eigen rekening gebouwd door de architect Jacques De Weerdt, naar een ontwerp uit 1907 gevelinscriptie). In het bouwblok gevormd door Lange Lobroekstraat, De Marbaixstraat en Ceulemansstraat realiseerde De Weerdt vermoedelijk zeventien individuele bouwprojecten, waarvan vier voor eigen rekening, goed voor in totaal vijfentwintig panden.
"De Dageraad" is representatief voor het oeuvre van Jacques De Weerdt uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde de architect alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, overwegend in art-nouveau- of neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Deze architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapel (leien). De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, geaccentueerd door lichtblauw geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen, lijstwerk, en de borstwering van de erker. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de bewerkte plint, en witte natuursteen voor speklagen, deur- en vensterlijsten, vensterposten en erkerconsoles. Het art-nouveau-karakter berust op de profilering, lijnvoering en vormgeving van het lijstwerk, de plint, lekdrempels met spuwer, erkerconsoles, vensterposten, het smeed- en schrijnwerk.
Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede linker travee die hoger oploopt in een dakvenster met gebogen afwerking. Daarvan wordt de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige erker met voluutconsoles, ijzeren I-balken, guirlandepanelen en een vernieuwd balkon als bekroning. Volgens het gevelontwerp was de oorspronkelijke smeedijzeren art-nouveau-borstwering gevat tussen afgeschuinde postamenten. Het bekronende boogveld droeg oorspronkelijk een sgraffito-, mozaïek- of tegelpaneel met een opgaande zon en het opschrift “DE DAGERAAD”, en was afgewerkt met een houten kroonlijst op smeedijzeren consoles. De linker travee onderscheidt zich door een korfboogtweelicht op de begane grond en een steekboogtweelicht in de erker. Verder rechthoekige deur- en vensteropeningen met een bewerkte omlijsting tot op imposthoogte. Een guirlandepaneel accentueert de borstwering van de rechter travee; het sgraffito-, mozaïek- of tegelpaneel onder de houten kroonlijst op modillons is verdwenen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en guillotineramen van de begane grond is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1907#1583.
- VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven verhandeling Rijksuniversiteit Gent, 91.