Deze burgerwoning in art nouveau werd in 1906 ontworpen door architect Adolphe Van Coppernolle als één van zijn vroegste werken in Antwerpen. De opdrachtgever is Ch. Ceurvorst, wonende in de Miraeusstraat 28. Voor de Eerste Wereldoorlog maakt Van Coppernolle nog geen duidelijke stijlkeuze. Er zijn echter een reeks panden in een sobere art nouveau, waarbij hij vooral werkt met de vorm van de vensteropeningen, die hier bijvoorbeeld smaller worden naar boven toe. Verwant met de woning Ceurvorst zijn de woning Kelecom uit 1905 in de Oostenstraat, en de woning Sobolski uit 1906 in Jan Blockxstraat. De woning past uitstekend in dit stukje van de Lange Lozanastraat, waar ze tussen andere gelijkaardige burgerhuizen goed tot haar recht komt
De woning telt twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. De lijstgevel is bekleed met witte Silezische brikken met groene banden. Er wordt natuursteen gebruikt voor de omlijning van de aparte muuropeningen, die telkens naar boven versmallen en daar gedecoreerd zijn. De gevelindeling is zeer klassiek, met een hardstenen plint en een houten gootlijst; een smalle deurtravee en een brede venstertravee. Accent op de venstertravee met en balkon op de bel-etage met ijzeren leuning en drie gekoppelde vensters op de eerste en derde bouwlaag. Het originele schrijnwerk is grotendeels bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1906 # 489.