Hoeve met losstaande bestanddelen, waarvan het erf niet kon bezocht worden. Ze gaat terug op een oude inplanting, die in de eerste helft van de 19de eeuw (Atlas van de Buurwegen, 1845) de vorm van een gesloten hoeve heeft aangenomen; de gebouwen waren gegroepeerd rondom een erf, dat wat noordelijker lag dan het huidige; van deze gebouwen blijft slechts het lage dienstgebouw, links van het woonhuis bewaard.
Het huidige woonhuis is een boerenburgerhuis van het dubbelhuistype, drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen), van circa 1860. Bakstenen gebouw op verhoogde begane grond, voorzien van getoogde vensters met hardstenen lekdrempels; getoogde deur in een rechthoekige hardstenen omlijsting.
Aansluitend rechts, het bakstenen poortgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), met bakstenen korfboogpoort voorzien van hardstenen sluit- en aanzetstenen. De rechtse zijgevel heeft een aandak met muurvlechtingen.
Van de oude hoeve rest het mergelstenen dienstgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), links, onderkelderd en voorzien van twee beluikte houten kozijnen. De linker zijgevel, waar de oorspronkelijke, thans verdwenen gebouwen op aansloten, is van baksteen met mergelstenen speklagen.