De Pannemolen is een bakstenen bergmolen, die rond 1891/1892 werd opgetrokken op de plaats waar er tussen 1437 en 1447 reeds een houten staakmolen was opgetrokken.
De Pannemolen was oorspronkelijk een staakmolen op een molenwal, die de Heer van Dudzele had opgericht tussen 1437 en 1447. Dit werd zo vermeld in de ommeloper van Groot-Reygaersvliet van 1447. De oorspronkelijk houten staakmolen werd rond 1580 vernield tijdens godsdiensttroebelen. In 1625 werd een molen op de molenwal geplaatst, die afkomstig was van het Galgeveld in Sint-Kruis, maar daar omver gewaaid was. De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart (rond 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (rond 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en op de topografische kaart van Vandermaelen (rond 1850). Rond 1890 raakte de molen deels vernield.
In 1891/1892 werd op dezelfde plaats de huidige bakstenen bergmolen opgetrokken, met bakstenen afkomstig uit Duffel (‘Société anonyme de la Tuilerie des deux Nèthes’). Opvallend zijn de speciaal gevormde ronde stenen. Het jaartal 1891 stond vooraan op de kap. Links van de gelijkvloerse ingang was in de muur een nisje uitgespaard voor een Onze-Lieve-Vrouwbeeldje. Aan de zuidelijke zijde in de molenwal werd er op hetzelfde tijdstip een ruim gewelfde vorstvrije kelder gebouwd. Toen rond 1925 de Brugse binnenhaven voor de scheepvaart werd opengesteld, verloor de molen veel van zijn cliënteel. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij definitief buiten gebruik gesteld. In 1958 werden de wieken afgerukt door een stormwind, in 1963 vernielde een brand het houtwerk. Rondom de molensite groeide een bedrijventerrein.
In 2003 werd de romp wind- en waterdicht gemaakt en gerenoveerd, waarbij de molenwal werd opgeruimd, het metselwerk werd hervoegd, nieuwe deuren en vensters werden geplaatst en een nieuw plat dak werd gelegd.
Vandaag is enkel nog de conische roodbakstenen molenromp van 16 meter hoogte en een diameter van 7,75 meter bewaard, staande op een molenwal. In de molenwal zit een segmentboogpoort waarlangs het graan en meel werden aan- en afgevoerd. Daarboven leidt een rondboogingang naar de molenromp. Deze bestaat uit drie verdiepingen en is opengewerkt door rondboogvensters.